Onderweg kletste Margreet honderduit. Huib begreep het wel, ze was zenuwachtig voor deze grote stap. Hij liet haar lekker kletsen, luisterde en reageerde zo nu en dan. Toen ze haar vroegere woonplaats naderden, werd ze stiller en stiller. En voor de woning slaakte ze een diepe zucht.
“Je kunt nu nog terug, Greetje,” zei Huib, terwijl hij zijn hand op haar been legde en haar aankeek.
“Echt niet! Ik ga niet terug! Nooit meer in die kramp van dit gevangeniskamp! Ha! Grappig, dat rijmt nog ook…”
“Je bent geweldig!” lachte Huib. “Kom, dan gaan we de boel ophalen.”
Huib stapte uit en pakte een deel van de stapel opgevouwen verhuisdozen uit de bak. Margreet volgde zijn voorbeeld en zocht bij de deur haar huissleutel op.
“Die gooi ik straks wel door de brievenbus, de sleutels van het huis en de schuur. Als we zeker weten dat we alles hebben…”
“Goed idee, maar wijs me eerst jouw kamer maar eens!”
“Wacht even, ik moet eerst dat rotte briefje kwijt, voordat ik het vergeet.”
Ze liep naar de keuken en legde het daar op het aanrecht. Daarna ging ze Huib voor naar de eerste etage, naar haar kamer. Ze legden hun dozen op de overloop.
“Op zolder is nog een doos met allerlei plakboeken en zo over mijn kindertijd. Ik denk dat ik het meeste niet wil bewaren, maar misschien zitten er ook wel belangrijke dingen in die ik wel wil bewaren.”
“Kun je ‘m alleen dragen? Of is het een zware rakker?”
“Ik denk dat het wel lukt,” zei Margreet, terwijl ze de zoldertrap op liep. Huib vouwde ondertussen een paar verhuisdozen uit. Margreet kwam al snel met de bewuste doos naar beneden. Hij was niet groot, maar overvol. Huib nam hem van haar over. “Ik breng ‘m wel naar beneden, ga jij maar vast bij elkaar graaien wat je mee wilt nemen.”
Toen hij weer bij haar kwam, was ze haar kledingkast aan het uitruimen. “Ik neem al mijn kleding mee, ik gun mezelf nu niet de tijd om uit te zoeken, dat doe ik thuis wel.”
Huib glimlachte om haar ‘thuis’. Ja, ze was echt thuis gekomen bij hem. Het voelde al zo vertrouwd, alsof ze al jaren bij elkaar waren. Hij zou nooit anders meer willen!
Terwijl Margreet doorging met inpakken, bracht Huib elke gevulde doos naar beneden. Als ze hier boven klaar waren, zouden ze alle dozen en haar fiets in de pick-up laden.
“Zo, hier ben ik klaar”, meldde Margreet even later, nog één keer achterom kijkend naar de kamer die zo lang van haar geweest was. “De rest wat hier nog ligt… ze moeten maar zien wat ze ermee willen.”
Ze liep nog even naar de badkamer, maar daar waren geen spullen van haar meer. In de kleine logeerkamer vond ze nog een paar van haar schoenen. Ze gaf de laatste doos aan Huib, en nam de overige nog platte dozen mee naar beneden. Ze wist zeker dat er in de keuken niets van haar was. Het enige waarbij ze in de keuken ooit betrokken geweest was, waren de maaltijden en de afwas.
Ze vertelde aan Huib hoe ze het ervaarde: “Ik heb nooit iets anders in deze keuken gedaan dan de afwas. En nu heb ik mijn eigen keuken, onze keuken, en die is zo veel mooier dan deze! En Annerieke leert me koken, stukje bij beetje, zo lief van haar! Het is minder moeilijk dan ik had gedacht.”
Huib glimlachte: “Echt leuk voor je, een betere lerares dan mijn moeder kun je niet hebben. Ga jij nog verder hier? Dan begin ik vast met inladen.” Terwijl hij druk bezig was de dozen in de bak van de pick-up te zetten, liep Margreet de woonkamer door, opende alle kastdeurtjes en lades. Ze vond haar paspoort en stopte die in haar rugtasje. Verder was ook in die kamer niets dat van haar was.
“Er is hier niets van mij. Er is hier nooit iets van mij geweest, alsof ik niet bestond… pijnlijke conclusie!” zei ze tegen zichzelf. Ze was even stil om het te laten bezinken.
“Nou de schuur nog, in elk geval is mijn fiets daar.”
Huib, klaar met de dozen, bracht de fiets die ze aanwees naar de pick-up, legde hem er plat in, en ging terug naar Margreet. “Alleen mijn regenjas en laarzen. Ook hier in de schuur zie ik verder niets dat erop wijst dat ze ooit een dochter gehad hebben! Weet je Huib, ik ben uit hen geboren, maar ik heb nooit wat met hen gehad, en zij niet met mij. Het verschil tussen hen aan de ene kant, en jullie aan de andere kant, is ongelofelijk groot, als zwart en wit, als duister en licht. Maar tot ik bij jullie kwam, heb ik niet beter geweten. Ik was wel blij dat ik er weg kon, maar had er geen benul van dat ik het bij jou en Annerieke zoveel beter zou kunnen hebben. Dat ik bij jullie mijzelf zou gaan vinden. Ik weet wel, ik ben er nog niet, maar ik voel me al veel meer Margreet dan ik ooit ervaren heb!”
“Dus je hebt in geen enkel opzicht spijt dat je dit besluit genomen hebt?”
“O nee, ik heb maar van één ding spijt, namelijk dat ik ooit uit hen geboren ben. Ik had beter jouw ouders kunnen kiezen.”
“No way! Dan had ik een relatie met mijn zus aan moeten gaan!”
Margreet schoot in de lach: “Dat klinkt wel erg vreemd, maar wat maakt het uit? Oké, laten we dan maar gewoon mijn verleden achterlaten, en heerlijk gaan leven met elkaar!”
“Hou je er wel rekening mee, dat je nog door de nodige pijnlijke dingen heen zult moeten?” vroeg Huib, terwijl Margreet het huis afsloot en haar sleutels door de brievenbus gooide.
“Jawel, maar ik weiger te gaan leven in een angst dat er nog leeuwen en beren de hoek om zullen komen. Ik zal ze wel zien als ze voor me staan, dan is het vroeg genoeg. Van alle momenten daar tussendoor wil ik met volle teugen genieten. En jou nog veel beter leren kennen. Alhoewel,” bedacht ze voordat ze instapte, “voor mijn gevoel ken ik jou al van haver tot gort. Dat zal die soul-connectie wel zijn. En natuurlijk zal ik nog dingen over je ontdekken, en jij over mij, maar dat zijn meer informatieve dingen, feitjes of zo. Dat voelt meer als hoofdwerk, terwijl die soul-connectie een etage dieper zit en alles te maken heeft met wat we voelen. Klopt dat, denk je?”
Huib was bezig het zeil over de pick-up te spannen en maakte net de laatste elastieken vast. Hij knikte: “Ik weet niet of het exact zo klopt, maar ik denk dat je op z’n minst heel dicht in de buurt zit met die ontdekking. Wat we nog van elkaar gaan ontdekken, is niet onbelangrijk, maar het is niet de kern waar het om draait. Onze relatie is juist met die kern begonnen.”
“Precies! Zoals Lisa dat zo mooi noemde, dat twee sterke magneten zo naar elkaar toe worden getrokken dat ze niet meer van elkaar los te krijgen zijn.” Margreet vond het een heel mooie beschrijving van wat ze zelf ook ervaren had.
Ze stapten in de cabine, Huib startte de motor en reed de straat uit.
“Ik heb nu wel trek in die hamburger, of in wat anders. Weet jij hier in de buurt een goeie snacktent?”
Margreet hoefde daar niet over na te denken. “Nee joh, ik heb hier wel altijd gewoond, maar een snacktent weet ik niet, dat was niet een plaats waar ik naar toe hoorde te gaan.”
“Heb je als puber dan nooit de neiging gehad om zelf dingen uit te zoeken? Om buiten hun regels te stappen?”
“Nee, ik denk dat ik dat niet durfde, of dat het idee niet eens in me opkwam. Ja, dat laatste vooral, ik was zo geïndoctrineerd, wist zo precies wat ik wel en niet moest doen. Angst heeft een heel grote rol in mijn leven gespeeld, maar niet in het zelf op pad gaan, denk ik. Ik ben regelmatig op de fiets naar het centrum van de stad geweest, en dan voelde ik me heerlijk vrij. Ik vond het geweldig om zelf te ontdekken hoe het centrum in elkaar zat, waar de verschillende winkels waren. Maar ik zou daar nooit allerlei dingen kopen die ik niet strikt nodig had, geen spullen zomaar omdat ik ze leuk vond. Dat was iets wat ik gewoon niet hoorde te doen, en ik deed het dus ook niet. Benauwend he? Achteraf zo gestoord! Als ik dan denk aan die eerste keer dat ik samen met jou de kringloopwinkel in ging… Toen heb ik zo genoten van het zelf mogen kiezen wat ik leuk vond. Had ik vaasjes nodig voor die zolderkamer? Welnee, dikke onzin, het had best zonder gekund, maar ik vond het leuk, vaasjes met takken van de Hortensia! En een schommelstoel? Die eetkamerstoel die op de zolder stond, die ik als kledingrek naast mijn bed had gezet, daar had ik ook op kunnen zitten. Maar het was die schommelstoel waarmee ik een klik had, die vond ik mooi en die zat zo heerlijk!”
“O ja, ik zie het nog voor me hoe je ernaar toe snelde, met enthousiaste kreten! Al die mensen om ons heen die om je lachten, en je had het niet eens door, zo blij was je met die stoel, met je eigen ontdekkingstocht. Greetje, wat was dat een geweldig moment!"
“Ja…” Margreet werd stil, met een blije glimlach op haar gezicht.
Maak jouw eigen website met JouwWeb