’s Middags, vlak na de lunch, terwijl Annerieke in de keuken wat aan het voorbereiden was voor de avond, besloot Margreet even te gaan voelen of het wasgoed al droog was. Ze trok haar jas aan, de wind was fris en waaide dwars door de droogruimte heen. Ze voelde aan de was, de handdoeken, het beddengoed. Ongelofelijk hoe snel dat allemaal gedroogd was. Het beddengoed hing er nog niet zo lang, maar zelfs dat was al droog.
Neuriënd begon ze de was af te halen en in de mooie ruime rotan wasmanden te doen. Ze had nooit gedacht dat ze dit werk plezierig zou kunnen vinden, maar hier, in de buitenlucht in deze geweldige omgeving met lieve mensen, was het gewoon echt fijn werk!
Ze schrok op en draaide zich snel om, toen ze een stem achter zich hoorde: “Zozo, dus hier komen onze schone handdoeken vandaan! Nu begrijp ik ook waardoor de schone was zo heerlijk fris ruikt! Heb je het naar je zin hier, Margreet?”
“Ha meneer Veth!”
“Anton he,” viel hij haar in de rede, “ook voor jou heet ik gewoon Anton hoor!”
“O ja, Anton,” lachte Margreet hem vrolijk toe. “Ja, lekker fris he, die was. Ik zat net te denken hoe heerlijk ik het vind dat ik dit werk kan doen, vooral zo in de buitenlucht. Het is een perfecte plek, niet alleen deze droogruimte trouwens, het hele pension. En de lieve mensen die me op weg helpen. Dus ja, ik heb het hier heel goed naar m’n zin, het voelt als thuiskomen!”
“Goeiedag zeg, dat is heel wat meer dan het alleen maar naar je zin hebben. Ik ben blij voor je! En ik kan het wel begrijpen ook, de sfeer is hier goed, ontspannen, de omgeving is prachtig, het pension zelf is op een praktische manier ingericht, je hebt alles wat je nodig hebt tijdens een vakantie. En het eten, niet te vergeten, is formidabel lekker! Daar krijgen ze van mij vijf sterren voor, al zullen restauranthouders het daar vast niet mee eens zijn, want bij vijf sterren horen volgens mij liflafjes en zo. Daar doet Annerieke gelukkig niet aan. We krijgen een stevige hap met een heerlijke smaak, elke dag weer genieten. En dan die taart elke dag, hoe vind je haar gebak?”
Margreet antwoordde stralend, terwijl haar handen gewoon doorgingen met het afhalen van de was: “Dat gebak is veel te lekker! Ik hoop dat ik er niet tonnetje rond van word, elke dag taart…”
“Dat zal wel meevallen, je hebt een prima figuurtje!”
“Oh… dank u wel,” bloosde Margreet. “U zei trouwens dat u het pension praktisch ingericht vindt. Misschien heb ik het mis hoor, maar ik had even het gevoel dat ik iets miste… dat u misschien iets mist. Klopt dat?” Ze keek Anton aan, haar hoofd een beetje scheef.
“Nou, missen is een groot woord. Waar ik zelf even aan dacht, was bijvoorbeeld die boekenkast, met die fijne versiering. Ik ben hier zo’n beetje stamgast en heb al vaker met Huib en voorheen ook met zijn vader hier over gesproken. Zijn vader heeft me zelfs een keer meegenomen naar hun schuur, die onwijs grote werkschuur van Huib. Houtbewerking, dat is zijn lust en zijn leven. Hij had die kast nog niet zo lang klaar, toen zijn vader stierf, en ik heb het gevoel dat hij er daarna niet meer aan toe gekomen is om meer mooie dingen te maken. Het zou voor hemzelf goed zijn als hij er weer mee begon. En het pension zou er nog mooier van worden.”
Margreet begreep precies wat hij bedoelde: “Het is jammer voor Huib dat het hem nog niet gelukt is om te doen wat helemaal zijn ding is. En voor het pension is dat inderdaad ook jammer. Stel je voor dat alle meubels zo mooi waren als die boekenkast!”
“Precies, jij snapt het helemaal! Maar het laat zich niet dwingen, hij heeft er op dit moment nog niet veel tijd voor. Het zou mooi voor die kerel zijn, als hij van zijn hobby zijn werk zou kunnen maken.”
“Als je werk je hobby is, ervaar je het niet meer als werk… zoiets zei Annerieke gisteravond nog tegen me. Als Huib door de achterstand van de administratie heen is, zal hij er vast weer tijd voor vrij kunnen maken. Ik denk dat die stapel zijn grootste probleem is. Daarnaast doet hij nog klusjes aan het pension, reparaties en zo. Het zou mooi zijn als hij voor die administratie iemand zou kunnen aannemen, maar ik weet niet of dat financieel haalbaar is. Ik zal het hem eens voorstellen.”
“Doe dat, ik zal het ook doen,” beloofde Anton. “Als stamgast voel ik me een beetje verwant met die knaap. Hij is een beste, vind je ook niet?”
Het waren niet zozeer de woorden die hij zei, maar meer de ondeugende twinkeling in zijn ogen, waardoor een blos over Margreets gezicht omhoog trok. Ze voelde het direct: die Anton, hij probeerde haar aan Huib te koppelen!
“Je moet vanavond maar eens met hem dansen, hij kan het goed! Jij dan? Kun jij goed dansen?”
“Dansen? Ik? Helemaal niet! En waar zou ik met hem moeten dansen?”
“Vanavond toch? Of wist je dat nog niet? Woensdagavond is dansavond in huize Bloemenhof! Niet iedereen houdt er van, maar de meeste gasten vinden het leuk en blijven dan beneden, om te luisteren, te kijken, zelf te dansen, en gezellig te kletsen. Annerieke zorgt altijd voor wat kleine snacks, schaaltjes nootjes en chips, of wat zelfgebakken spul. Huib kiest allerlei muziek, de gasten mogen ook ideeën aandragen, liefst overdag al, zodat hij de muziek kan opzoeken. En de zaal maken ze altijd gezellig. De grotere lampen gaan uit, alleen de schemerlampen blijven aan. En ze zetten altijd stallantaarns neer met kaarsen erin. Het is apart, hoe zo iets eenvoudigs zoveel sfeer kan geven!”
Margreet had met open mond staan luisteren, een handdoek in haar handen. “Ja,” zei ze aarzelend, “dat klinkt gezellig, maar ik heb nog nooit gedanst! Ik mocht dat nooit van mijn moeder, ze vond dat dat van de duivel was.” Met een ontredderd gezicht keek ze Anton aan.
“Als zoiets gaafs van de duivel is, dan klopt er iets totaal niet! Margreet, er is niets mee aan de hand, echt niet. Mensen pakken elkaar bij de hand, de schouder of om de middel, en dansen op de maat van de muziek. Joke dans niet veel, maar als ik met haar dans, dan trek ik haar wel eens wat dichter tegen me aan, maar ja, ze is ook mijn lieverd, en ik ken haar goed genoeg om te weten dat ze er op die manier van geniet! Nou meiske, ga het vanavond maar eens bekijken, en meedoen als je zin hebt. Dan moet je zelf maar eens beoordelen wat die zogenaamde duivel er mee te schaften heeft! Ik ga weer verder, ik zie je later wel weer.” Hij gaf haar een vriendschappelijk klopje op haar schouder en wandelde rustig weg, genietend om zich heen kijkend.
Margreet bleef vertwijfeld achter. Een dansavond, lieve help, wat moest ze daar nou mee? Dat zou het eerste zijn wat hier tegenviel, wat misschien niet goed zou zijn. Ach, gekkigheid, misschien was dit ook wel weer zoiets, dat haar als verboden gebied was ingeprent, maar wat ze best leuk zou kunnen vinden. Ze haalde haar schouders op en ging verder met de was. Ze nam de manden mee naar de wasruimte, waar op de grote tafel naast de wasmachines alles netjes kon opvouwen. Zelfs de dekbedovertrekken kon ze daar met haar handen prima glad strijken en opvouwen. Terwijl ze daarmee bezig was, kwam Annerieke de wasruimte binnen.
“Best lastig he, die grote lappen. Eigenlijk is dat haast niet te doen als je alleen bent, dan moet je zo vaak van de ene naar de andere kant lopen om de boel recht te trekken als je het goed glad wilt krijgen! Samenwerken is zo gek nog niet Margreet, jij aan die kant? Dan pak ik ‘m hier!”
Margreet nog half met haar hoofd bij het gesprek dat ze met Anton had gehad, knikte. “Ja, zo gaat het beter, dankie!”
“Hahaha, dat klinkt lekker volks, bijna boers. Leuk hoor! Zeg, ik bedacht net dat ik je nog niet had verteld over vanavond.”
“Woensdagavond dansavond,” schoot Margreet in de lach, “Anton was hier net, hij vertelde er zo enthousiast over. Ik heb altijd geleerd van mijn moeder, dat dansen van de duivel zou zijn. Anton was het daar duidelijk totaal niet mee eens. Maar goed, ik weet er dus niets van, ik heb geen idee wat ik ermee aan moet, en of ik het wel leuk ga vinden.”
“Die Anton, geweldig man, fijne stamgast! Als je totaal geen ervaring met dansen hebt, doe dan maar net als met je werk hier: observeren en leren, en vooral voelen! En als het je werkelijk tegen de borst stuit, zeg het dan maar tegen Huib of mij, dan ga je lekker op je kamer iets voor jezelf doen of zo. Met afruimen helpen de gasten zelf al door alles in groepjes bij elkaar te zetten. Ze helpen ook om de vloer te stofzuigen en de tafels en stoelen weer op hun plek te zetten, zodat we de volgende dag weer kunnen ontbijten. Dus het lijkt me niet persé noodzakelijk dat je ’s avonds komt helpen opruimen.”
“Oké… goed…” accepteerde Margreet opgelucht, geen verplichting dus. “De dansavond is dus in de eetkamer? Best een organisatie, lijkt me.”
“Dat valt mee eigenlijk, ik denk dat het erger lijkt dan het is. Gasten die ermee bekend zijn, springen ook bij de voorbereidingen nog wel eens in om te helpen. De tafels zetten we langs de wand, de stoelen er in kleine groepjes tussen. Op de tafels zetten we wat lekkers. Als we ’s avonds koffie gedronken hebben, gaan we er mee aan de slag, de eetkamer omtoveren tot danszaal. Huib is meestal overdag al bezig met het samenstellen van een muziekprogramma. Het meeste doet hij met muziek van YouTube of CD’s, maar soms pakt hij zijn gitaar, en zingt hij zelf.”
“Oh echt? Ik wist nog niet dat hij dat kon! Ik begin er trouwens wel steeds meer zin in te krijgen. Zoals Anton er over vertelde… en ik zie ook wel een beetje voor me hoe die kamer veranderd wordt… Het voelt goed, ja, het voelt echt goed. Ik ben heel benieuwd hoe ik het vanavond ga ervaren!”
Maak jouw eigen website met JouwWeb