Hoofdstuk 33.

Joke polst Margreets gevoelens over haar ouders

Het was maar zo’n kleinigheid, bedacht Margreet, elke ochtend even de was ophangen, maar ze genoot ervan. En ze genoot nog meer van het moment dat ze er klaar mee was en even de tijd nam om vanaf de veranda de vrije natuur in te kijken. Ze snoof de frisse ochtendlucht op, rook de verandering in de lucht als het regende, fotografeerde met haar ogen de lichtstralen van de zon die door de bomen schenen, om ze in haar geheugen te bewaren. Ze genoot van de vogels die van struik naar struik vlogen en vrolijk tegen elkaar kwetterden. Ze verwelkomde insecten die ze soms op de veranda trof, probeerde ze op haar vinger te laten opstappen en als dat lukte, ze van dichtbij te bewonderen. Ze merkte de kleine dingen, hoe de kleuren overal veranderden terwijl het lichter werd, hoe verschillend de geuren waren die de wind langs haar neus blies, hoe de lucht regelmatig anders aanvoelde. Ze bedacht dat het heerlijk zou zijn om hier ’s middags te gaan zitten breien. Maar ja, november was daar bepaald niet de maand voor, nog veel te koud!

Op een middag nam ze haar breiwerk mee naar beneden om voor de verandering in de gastenkamer te gaan zitten breien. Er waren op dat moment geen gasten. Ze was alleen, in alle rust, zag in haar ooghoeken de vrolijke vlammen in de open haard. Ze zag het houtwerk er omheen en dacht aan de boekenkast die Huib zo mooi versierd had. Zou hij ook zo’n sierrand rondom die haard kunnen maken? Of een bijzondere plank erboven waar je dan wat leuke voorwerpen op zou kunnen zetten.

Ongemerkt gingen zo haar gedachten weer naar Huib. Ze zag hem de laatste dagen niet veel meer. Hij had blijkbaar geen reparaties aan het pension te doen. Ze dacht ook niet dat hij zich de hele dag zou opsluiten in zijn kantoor. Had hij laatst niet opgelucht verteld dat de administratie weer helemaal bij was? Dan zou hij ook niet in dat hok blijven zitten toch?

Ze vroeg zich af waar hij dan wel mee bezig zou zijn. Ze had werkelijk geen idee! Het voelde voor haar alsof hij zich van haar afsloot. Zijn onverwachte liefdesverklaringen en spontane huwelijksaanzoek… waren ze eigenlijk wel echt geweest? Als zijn gevoelens voor haar echt waren zoals hij had gezegd, waarom zou hij haar nu dan ontlopen?

Het maakte Margreet onrustig. Ze had niet door dat ze hem zelf ook ontweek, dat ze zichzelf ook anders gedroeg dan voorheen. Ze wist alleen dat ze naar Huib verlangde, maar was bang voor de vastigheid van een relatie, en zeker van een huwelijk. Een huwelijk was alleen maar een stomme formaliteit die helemaal niets zei over hoe een vriendschap, een relatie in elkaar stak. In een vlaag van verstandsverbijstering beloofden mensen elkaar eeuwige trouw en liefde, maar in de praktijk was daar niets van te merken, leefden ze naast elkaar en kenden ze elkaar totaal niet. Ze hoefde maar aan haar ouders te denken om te weten hoe die vork in de steel zat.

Ze overwoog of het met Huib en haar anders zou kunnen zijn. Ergens voelde ze dat haar eigen verlangen naar hem, en vooral die speciale klik die ze met hem had, wel echt waren. Als die van hem ook zo echt waren, zou hun huwelijk, áls ze ooit zouden trouwen, dan anders zijn? Zou de sleur van alledag hun liefde niet verteren en hun relatie maken tot zo’n zakelijk, chagrijnig naast elkaar leven, zoals ze dat uit de praktijk van haar ouderlijk huis kende?

Ze verlangde naar echtheid, echte liefde, echt respect, echt vertrouwen. Maar kon ze dat van Huib verlangen, terwijl ze zelf nauwelijks in staat was om zoiets te geven? Juist omdat ze het zelf nooit ontvangen had, en vooral het tegenovergestelde over zich heen gekregen had, voelde ze zich niet in staat om zichzelf aan hem te geven, echt te geven.

Ze werd in haar gedachten gestoord door voetstappen die dichterbij kwamen. Joke kwam binnen, liep direct naar de gezellig ingerichte koffiehoek en schonk zichzelf een mok koffie in. Pas toen ze zich omdraaide om ergens te gaan zitten, ontdekte ze dat ze niet alleen was.

“Hey Margreet, jij ook hier? Lekker rustig he?”

“Ha Joke, ja, het is fijn om hier een poosje te zitten. Ben je voor vandaag klaar met je boek?” begroette Margreet de vrouw die ze langzamerhand als een soort vriendin was gaan beschouwen. Ze had altijd gedacht dat vriendinnen leeftijdgenoten moesten zijn, maar zowel Joke als Annerieke leken zich niets van leeftijdsverschillen aan te trekken.

“Ik weet niet of ik voor vandaag al echt klaar ben. Ik wil eigenlijk wel verder, maar het stagneerde even. Dus ik dacht dat ik maar even moest kijken of ik hier nog een mok koffie kon bietsen. En staren in de vlammen, dat wil nog wel eens helpen, dan ontspan ik en komen de ideeën soms spontaan boven borrelen. En jij, lekker aan je vest aan ’t breien? Dit wordt zeker een voorpand?”

“Ja, klopt, het rugpand is klaar, het linker voorpand ook, en nu ben ik met de rechter bezig. Ik kan gewoon het patroon van het linker voorpand volgen. Ik heb niets te doen met spiegelbeeld of zo, dankzij de gerstekorrelsteek, mooi handig, vind je ook niet?”

“Zeker weten,” lachte Joke, “en tussendoor lekker in de vlammen staren en je gedachten alle kanten van de wereld op laten gaan. Kun je dat trouwens, blind breien, zodat je in de vlammen kunt staren?”

“Nee, met deze steek helaas niet. Met de tricotsteek kan ik dat wel, dan moet je toch de hele naald dezelfde steek breien. Met de gerstekorrelsteek moet ik elke steek wisselen van recht naar averecht en weer terug. Dan moet ik veel meer kijken naar wat ik doe. Ik kijk tussendoor wel regelmatig naar de vlammen, maar staren is voor dit breiwerk wel een beetje te link. Mijn gedachten hebben daar geen last van, die gaan wel door. Ik lijk wel schizofreen, er komen duizenden gedachten voorbij!” Ze lachte om haar eigen woorden, maar werd toen ernstig: “Ik lach er wel om, maar eigenlijk is het niets om te lachen. Ik vind het vreselijk lastig, al die gedachten. Het lijkt verdorie wel of er een hele groep mensen in mijn hoofd zit te snateren! Ik zou hen wel eens willen vragen of ik mijn hoofd ook voor mezelf mag houden. Dat zou een stuk meer rust opleveren.”

Joke moest vreselijk lachen. “Ik lach je niet uit hoor, ik ken het verschijnsel zelf ook veel te goed. Maar ik moet lachen om de manier hoe je zoiets akeligs komisch omschrijft! Hoe krijg je ’t voor elkaar!” riep ze uit.

“Geen idee,” grinnikte Margreet, “het gebeurde gewoon, spontaan, en ik flapte het er al uit voordat ik er over nagedacht had. Blijkbaar is dat niet altijd verkeerd!”

“O boy, heb jij dat ook geleerd, dat je altijd eerst moet nadenken voordat je wat zegt?”

“Ja natuurlijk, dan weet je tenminste dat je altijd het goede zegt. Het zotte is alleen dat de mensen die zoiets als de waarheid aan me opdrongen, zelf de ellendigste dingen tegen me uitkraamden.”

“Je ouders?”

Margreet knikte. “Vooral mijn moeder, mijn vader was meer de stille bevestiger.”

“Een heel ander stel dan Annerieke en Erik dus… Ik heb hen samen meegemaakt, doordat we hier al jaren komen, elk jaar een paar keer. Ze werden vrienden van ons. Ze waren een geweldig stel voor elkaar, en de beste ouders die je je kunt wensen voor Huib. Anton en ik hebben helaas nooit kinderen gekregen, maar ik heb kunnen genieten van hoe Huib opgevoed werd. Eigenlijk werd hij helemaal niet ‘opgevoed’, hij en zijn ouders leefden gewoon met elkaar, het was zo mooi, zo natuurlijk. Het was een waar feest om Huib zo te zien groeien en ontwikkelen tot hoe hij nu is, in jaren volwassen, in zijn ziel heerlijk kind, zo vrij als een kind! Die kerel heeft een paar beste stappen voor op de meeste van zijn leeftijdsgenoten. Zijn vader… Erik… ik mis hem, hij heeft mij ook best wel geholpen… door moeilijke dingen heen. Weet je wat het met deze mensen is? Ze vullen ons zo perfect aan, ze maken ons meer compleet, doordat ze écht leven, van binnenuit. Snap je hoe ik dat bedoel?”

“Nee, ik snap het niet, niet met mijn verstand, hoe jullie er over praten voelt voor mij nog steeds als iets nieuws, als onontgonnen gebied, maar… ja, ik herken het wel, ik heb het eigenlijk direct zo gevoeld. Ik kon er geen woorden aan geven, begreep niet wat ik voelde, maar dat heb ik na een paar dagen, door gesprekken met hen, en met Emma en jou, wel een beetje ontdekt. Het verschil tussen geleefd worden door de mensen en overtuigingen om je heen, die helemaal in jezelf vast komen te zitten, of kunnen leven vanuit je innerlijk, je ziel. Dat laatste, als dat steeds beter gaat… dat zie ik bij jullie, en dat voelt als echt leven. Ik herken er soms een heel klein beetje van in mezelf, maar ik verlang zo naar meer! Weet je trouwens dat mijn ouders toen ik hier een paar dagen was, mij een mail stuurden? Als altijd waren ze weer vol verwijten en veroordelingen, van begin tot eind negatief, en dat voelde voor mij, alsof ik terug donderde in die donkere kuil waar ik net uit begon op te krabbelen. Huib was erbij, hij heeft me geholpen om kort terug te mailen, het contact met hen te verbreken. En daarna hebben we hun emailadres en hun telefoonnummer geblokkeerd. Ik vond het heel eng, dat kun je je misschien niet voorstellen, maar ik was gewoon zo bang voor hen! Maar aan de andere kant was ik ook opgelucht, het voelde bevrijdend! Als ik na mijn proefmaand hier een vast contract krijg, zou ik eigenlijk nog een keer naar hun huis terug moeten, om de rest van mijn spullen op te halen, maar ik overweeg zelfs of ik mijn spullen daar maar niet gewoon moet laten, zodat ik hen niet meer hoef te zien. Aan de andere kant… er zijn ook wel heel persoonlijke spullen bij. Als ik ze niet ga ophalen, gaan zij er in lopen snuffelen, en dat wil ik ook niet.”

Margreet zuchtte diep, door haar overwegingen half en half vergetend dat Joke er nog was.

Joke had van Anton gehoord, dat Huib morgen aan Margreet zou gaan vertellen dat haar ouders volgende week zouden komen. Ze vroeg zich af of Margreet dat wel aan zou kunnen. Natuurlijk zouden zij, zoals Anton had voorgesteld, in de buurt zijn om haar te ondersteunen, maar ze konden niet continu naast haar lopen of zitten, om haar heen zijn als beschermers.

“Dat contact verbreken is een grote stap geweest Margreet, een belangrijke stap. Je mag los komen van de mensen die jou klem zetten, jou klein houden. Maar ik begrijp ook dat je die spullen nog wilt ophalen. Heb je een idee hoe je het zult ervaren om je ouders weer te zien? Kun je dat voelen?”

Margreet dacht even na, probeerde het in zichzelf voelen… “Ik denk dat ik het wel spannend zal vinden, maar dat ik al wel beter in staat zal zijn om hen te zeggen wat ik vind of wil. Als ik in mijn kamer daar mijn spullen bij elkaar ga pakken, wil ik hen daar niet bij hebben, en dat zal ik als het nodig is ook zeggen. Ik denk… dat dat wel gaat lukken, maar het zal niet eenvoudig zijn. Maar joh, het duurt nog een paar weken, tegen die tijd ben ik misschien al weer een stuk sterker. Het verbaast me, hoe anders ik me nu al voel, vergeleken met de dag dat ik hier aankwam. Ik voelde me echt een vreemde eend in de bijt toen ik hier kwam! De mensen hier waren zo anders dan ik gewend was! Maar aan de andere kant ook zo heerlijk ontspannen en vriendelijk. Het voelde echt als een warm bad…” zei ze dromerig.

Joke legde haar hand op Margreets arm en glimlachte naar haar. “Je hebt je vanaf het begin echt welkom gevoeld, en dat ben je ook. Ik vind het mooi om te zien hoe je in zo korte tijd, anderhalve week, al zo ver overeind gekomen bent. Het bloemknopje begint zich uit te strekken naar de zon! En ik weet nu hoe ik verder moet met mijn boek. Door ons gesprekje ging er ineens een luikje open en zag ik het: Eureka!”

Margreet lachte: “Ik snap niet hoe dat mogelijk is, want ik heb je alleen maar afgeleid met mijn verhaal, zou ik zo denken, maar ik vind het prachtig dat je weer verder kunt. Maak er maar wat moois van! Heb je trouwens al meer boeken geschreven?”

Joke schudde haar hoofd. “Nee, dit is de eerste, best spannend aan de ene kant, maar aan de andere kant kan ik niet anders zeggen dan dat het verhaal van binnenuit gewoon opborrelt. En soms stagneert het even, altijd maar even, en dan komt er weer meer. Misschien had ik een gesprekje met jou even nodig om nu weer verder te kunnen. Dus… bedankt voor je openhartigheid! Dat voelt voor mij ook goed hoor!”

Joke knipoogde naar haar en kneep even zachtjes in haar arm. “Ik ga weer verder, veel plezier met je breiwerk! Dag meis, tot vanavond…”

Die avond zou er weer een dansavond zijn. Huib had al allerlei ideetjes gekregen voor muziek die hij zou gaan draaien. Er was één lied bij dat hij voor Margreet wilde draaien, speciaal voor haar. En hij hoopte dat zij tijdens dat lied, dat hij op repeat zou zetten, met hem wilde dansen. Hij keek nu al uit naar dat moment. In zijn huis had hij alle wat hij nodig had, bij elkaar gezocht. Hij zou Anton vragen of hij tijdens dat ene speciale lied even de leiding wilde overnemen. Huib grinnikte: als Anton wist waarvoor het was, zou hij niets liever willen! Huib wist maar al te goed dat Anton helemaal achter hem stond in zijn verlangen om Margreet voor zich te winnen en om haar te helpen.

Hij had haar de laatste dagen vermeden, om tot rust te komen, om zijn gevoelens tot rust te brengen, om zijn gedachten op een rijtje te zetten. Het gesprek met Anton had hem goed gedaan. Zijn gevoelens waren niet tot rust gekomen, alleen maar sterker geworden, maar hij wist nu wel wat hem te doen stond: Huib zijn, zichzelf zijn, en naar Margreet zoveel mogelijk, liefst alles doen wat goed voor haar zou zijn!

Hij stopte zijn lijstje en de CD’s die hij nodig had voor vanavond in een tasje en ging alvast naar het pension om de geluidsapparatuur even te controleren en zijn spullen daar achter te laten. Hij had er zin in!

Of naar de Inhoudsopgave

Maak jouw eigen website met JouwWeb