Margreet gaf de wekker een flinke mep en rekte zich uit. De eerste nacht was onrustig begonnen. Het was lastig geweest om in slaap te komen, doordat alles wat ze de afgelopen dag meegemaakt had, keer op keer voorbij was gekomen. Maar uiteindelijk was ze toch in slaap gevallen.
Nu moest ze nog even goed wakker worden. Naar de badkamer om een plens koud water in haar gezicht te gooien… of wacht eens, dat kon ze ook op de overloop wel even doen. Ze had een paar handdoeken in haar kast gevonden, dus dat was mooi handig!
Toen ze aangekleed was, een spijkerbroek met dezelfde trui van gisteren, keek ze om zich heen. Waar zou ze zolang die handdoek op kunnen hangen? Hij was niet echt nat, maar ook niet helemaal droog. Vooreerst maar over de stoel. Ze vulde aan op haar boodschappenlijstje: stang of haakje voor de handdoek.
Beneden was Annerieke al druk in de weer. Druk, maar wel op een ontspannen manier. Hoe krijgt ze dat voor elkaar, vroeg Margreet zich af.
“Goeiemorgen Annerieke, dat ziet er al gezellig uit, die schaaltjes,” wees Margreet naar de verzameling op de eettafel.
“Ha Margreet, goed geslapen?”
“Ja, uiteindelijk wel, het duurde even voordat ik de slaap kon pakken, maar dat had ik al wel verwacht.”
“Ja, even je indrukken verwerken, dat zal de komende tijd nog wel eens vaker gebeuren, vermoed ik, zoveel nieuwe dingen. En die schaaltjes, ja, ik vind het leuk om het zoete broodbeleg met lepeltjes in schaaltjes te doen, en plakjes kaas en worst netjes op die bordjes, voor de sier wat takjes peterselie erbij. Sommige mensen zouden zeggen dat het zo hoort, voor mij is het meer dat ik het gewoon leuk vind om het mooi te maken. Ik heb wel eens overwogen om zo’n grote snijmachine te kopen, zodat ik zelf kaas en worst zou kunnen snijden. Maar Erik verbood het me, de schat, hij wilde niet dat ik nog meer werk zou krijgen. En ik weet dat hij gelijk had, ik kan mijn werk nu prima aan, maar ik moet er niet te veel extra bij gaan doen. Er gaan maar 60 minuten in een uur he, dat kan ik niet veranderen!”
Margreet lachte: “Nee, laten we dat ook maar niet proberen!”
Samen brachten ze alles naar de eetkamer. Margreet zag dat Annerieke er handigheid in had om alles leuk bij elkaar te zetten, een groepje zoet en een groepje hartig broodbeleg. Annerieke had al stapels schone borden en een bak bestek op de hoek van de tafel gezet. Kopjes en glazen stonden op de andere tafel bij de koffie- en theepotten, met een potje lepeltjes, een paar suikerpotjes en melkkannetjes ernaast. In een servethouder lag een stapel mintgroene servetten. En, niet te vergeten, een grote brede schaal met appels, peren, bananen en sinaasappels. Annerieke zag haar kijken: “In de zomer had ik ook zacht fruit uit onze tuin, en als ik er erg veel van had, deed ik daar ook een schaal van bij. Veel mensen vonden dat echt een traktatie. Maar het meeste zachte fruit verwerkte ik in de desserts en de taarten. Zo fris en vrolijk!” Ze keek even keurend rond. “Zo, alles is klaar, de gasten kunnen komen. En wij gaan alvast ontbijten in de keuken.”
Na het ontbijt gingen de dames naar boven. Annerieke pakte een wasmand uit een hoek achter het traphekje. “In principe gooien de gasten na het douchen hier hun handdoeken en washandjes in. Soms laten ze wat in de badkamer liggen, dat gaan wij nu even verzamelen. Als je persoonlijke dingen van de gasten in de badkamers ziet, mag je ze op de plank naast de trap zetten. De mensen weten dat ze hun verloren spulletjes daar terug kunnen vinden.”
Deze morgen was er weinig te vinden in de badkamers. Ze gingen naar beneden, naar de wasruimte.
“Eerste ronde, eerste kansen!” grapte Annerieke. “Het is te veel was voor één machine, een beetje weinig voor twee… ow, de gastendoekjes van de toiletten beneden, en de handdoeken en theedoeken uit de keuken, momentje.” Terwijl Annerieke die ophaalde en verving door schone, begon Margreet het wasgoed alvast over de beide machines te verdelen. Annerieke deed er even later het keukengoed bij.
“De wasmachines zijn niet helemaal vol, maar dat is niet anders. De was heeft in elk geval genoeg ruimte om te rollebollen.” Annerieke pakte twee wasbolletjes en liet Margreet zien hoeveel wasmiddel ze erin deed. “Ik gebruik geen wasverzachter, omdat sommige mensen daar niet zo goed tegen kunnen. Ik vul de wasverzachterbakjes met schoonmaakazijn, dan worden de handdoeken niet al te ruw.”
Margreet lette goed op welke knoppen ze aantikte, zodat ze het over een paar dagen zelf zou kunnen doen.
“Oké, ons eerste klusje is geklaard,” zei Annerieke terwijl ze samen naar boven liepen. “Als de gasten aan ’t ontbijt zijn, hangen ze hun sleutel altijd naast de deur aan de haak, zodat wij hun prullenbakjes kunnen legen. Er is één gastenkamer, nummer drie, die al een week in gebruik is. De mensen van die kamer weten dat we vandaag hun beddengoed zullen verwisselen, en de kamer zullen schoon maken. Als de mensen naar huis gaan, doen we dat schoonmaken wat grondiger, nu, tussendoor, stofzuig ik even en haal ik een sopdoekje door en over hun wastafel. En als ik ergens vlekken zie, maak ik dat schoon. Laten we de kamers maar eens allemaal langs gaan. En de badkamers en toiletten, die krijgen ook elke ochtend even een beurt. Dat doen we als we klaar zijn met de gastenkamers.”
De prullenbakjes bleken een kunststof binnen-emmertje te hebben. “Gewoon omkiepen in deze pedaalemmerzak en even kijken of het emmertje niet vuil geworden is. Als de gasten naar huis gaan, halen we er sowieso een doek doorheen.”
Samen gingen ze aan de slag. Annerieke gaf aanwijzingen, liet zien hoe zij dingen aanpakte. Ze zorgde ervoor, dat Margreet bezig kon zijn, en dat vond ze heerlijk. Ze was een beetje bang geweest dat ze de eerste dag meer zou moeten toekijken dan werken, en daar zou ze zich echt belabberd bij gevoeld hebben. Na een uur stevig doorpakken, legde Annerieke haar hand op Margreets schouder. “Hoe vond je ’t gaan?”
“Het viel me mee! Het werk is niet ingewikkeld, op de één of andere manier heb jij het makkelijk gemaakt. Als ik mijn moeder bezig zag, leek het altijd ingewikkeld. Ik zie het wel zitten om dit over een paar dagen alleen te doen.”
“Daar ben ik blij mee, Margreet, vooral voor jouzelf. Volgens mij hebben we wel een kleine pauze met een bak koffie verdiend. Hou jij trouwens wel van koffie, of drink je liever thee?”
Ze liepen de trap af, naar de keuken.
“Ik vind het allebei lekker. Overdag drink ik vooral koffie, ’s avonds liever kruidenthee.”
“Die mag je hier altijd maken. Hier zijn allerlei theezakjes, kijk maar of je smaak erbij zit. En als je voorkeur hebt voor wat anders, laat me dat dan maar weten. Sowieso, als je een keer zin hebt om wat te koken of te bakken, ga gewoon je gang, of vraag me maar naar wat je nodig hebt.”
Maak jouw eigen website met JouwWeb