Van slapen was niets meer gekomen. Sjaak had de rest van de nacht wakend doorgebracht, terwijl hij naar zijn weer slapende lieverd had liggen kijken. Zijn gedachten en gevoelens waren alle kanten op geschoten.
Toch voelde hij in de morgen geen vermoeidheid, had hij eerder het gevoel dat hij een overschot aan energie had. Hij had de planten die ze gisteren voor de pensiontuin gekocht hadden, naar de verschillende plekken gebracht waar hij ze wilde plaatsen, en was nu met een schep bezig flinke kuilen te maken waar hij ze in zou kunnen laten zakken.
Huib, onderweg naar zijn schuur, zag hem bezig, driftig scheppend. Hij voelde een intense woede die Sjaak eruit gooide terwijl aan het werk was.
Op het moment dat het gat groot genoeg was en Sjaak zijn schep ernaast in de grond stak om de plant te kunnen pakken, ontdekte hij Huib naast zich. Woedend keek hij hem aan. “Wat is er?” snauwde hij op een toon die niemand van de pensionfamilie van hem gewend was.
Huib glimlachte: “Dat kwam ik jou net vragen. Wat is er aan de hand, Sjaak? Je lijkt wel woedend op die aarde, je staat er met die schep in te rammen alsof je de andere kant van de wereld wilt bereiken. Heb je er behoefte aan om je hart even te luchten?”
Sjaak had de neiging om Huib uit te schelden, te schreeuwen dat hij zich met zijn eigen zaken moest bemoeien, maar realiseerde zich net op tijd dat Huib het goed bedoelde en de beste persoon was om iets van zijn gevoelens mee te delen.
“Klopt ja, ik ben machtig woedend, ik zou een bepaald persoon wel met mijn schep op zijn kop willen rammen totdat hij dood neer viel.”
Hij dacht even na. Hij wilde Lisa’s vertrouwen niet beschamen, haar verhaal niet aan de grote klok hangen, zelfs niet als die klok alleen maar uit Huib bestond.
“Ik kan je feitelijk niets vertellen Huib, dat kan ik Lisa niet aan doen. Ik kan je maar één ding zeggen, dat wat zij heeft meegemaakt met die Henk… dat gaat zoveel verder en dieper dan we hadden kunnen vermoeden. Die klootzak heeft mijn meiske hartstikke kapot gemaakt!” Een snik ontsnapte aan zijn keel. “En daar moet ik het maar even bij laten, want anders vliegt me toch nog het hele verhaal over de tong, en dat wil ik echt niet.”
Hij zag dat Huib knikte, begrijpend, en ging verder: “Ik was ontzet toen ze me alles vertelde, zoveel pijn… en nu, nu richten mijn gevoelens zich op Henk en ben ik ongekend woedend. Het lijkt wel of er woede om alles wat ik zelf ooit heb meegemaakt daar tegelijk in mee naar boven komt. Alsof mijn eigen beerput ook open getrokken is door haar verhaal. Om eerlijk te zijn, dat lijkt niet alleen zo, het is zo. Het begin van haar verhaal maakte, dat ik iets uit mijn eigen jongere jaren met haar gedeeld heb, iets wat ik altijd strikt geheim gehouden heb naar iedereen. Ik heb gevoeld hoe alle gevoelens van toen door het vertellen omhoog kwamen, mijn angst, mijn frustratie en ook woede. Dus ja, ik ben machtig woedend, op Henk, en op wat mijzelf ooit is overkomen. Gelukkig hebben we een stevige schep, die kan wel wat hebben!”
Hij lachte halfslachtig. Huib gaf hem een stevige klap op zijn schouder: “Kerel, je gaat even door iets heel heftigs heen, dat voel ik wel. Maar je doet het op een goeie manier. Je doet hier geen mens kwaad mee, en staat je gevoelens toch toe om los te komen. Het komt wel goed met jou! Maar mocht je me nodig hebben, verder tegen me aan willen praten, kom dan alsjeblieft, oké? Tot aan de koffie ben ik in de schuur, daarna moet ik wel weg, maar ik denk dat jij tegen die tijd wel het ergste gehad hebt.”
Sjaak knikte: “Goed, dat beloof ik je. Dank je Huib, je bent een beste vriend!”
Huib glimlachte en met een “Succes verder!” liep hij naar de schuur.
Maak jouw eigen website met JouwWeb