Hoofdstuk 100.

Naar huis

Ze sloten af met een groot glas ijs. Margreet had hazelnootijs gekozen en Huib had haar voorbeeld gevolgd. Huib bekende Margreet dat dit ijs alle verwachtingen overtrof. Echt super lekker!

.

“Verzadigd en verkwikt, en aanmerkelijk aangedikt,” grapte Margreet toen ze in de pick-up stapten. “Eigenlijk een stomme uitdrukking, het voelt bijna als een vloek. Als je lekker gegeten hebt, zal je wel dik worden… Ha, ik zal ook wel dikker worden, niet door het heerlijke eten, maar dankzij onze baby!”

Huib lachte en reed de parkeerplaats af. “Wat een dag he, echt bijzonder!”

“Ja, ik ben blij met die reacties van die pizzabakker en dat meisje. Het voelt als een bevestiging dat ik mijn jeugd achterlaat en een nieuw leven begin.”

“Zo had ik het nog niet eens bekeken, maar ik begrijp je gevoel. Ik moest net denken aan die uitdrukking dat Nederlands nuchtere Hollanders zouden zijn. Dat is ook zo’n soort vloek, het laat ons denken dat we vanuit ons nuchtere verstand moeten leven. Niets ten nadele van ons verstand, maar neem nou ontmoetingen zoals die van vandaag. Daar kun je wat mee, dat raakt je! Het is echt, het is leven!”

In stilte reden ze naar huis, ieder met hun eigen gedachten en gevoelens. Het was een volmaakte stilte, een volmaakte rust.

.

Huib reed de wagen over het zijpad naar hun huis, waar ze de fiets en de dozen uitlaadden. “We hebben geen schuur bij het huis, heb ik nooit gemist, mijn fiets staat in de grote schuur, maar ik gebruik hem zelden. Het lijkt me, ook voor buitenspeelgoed, toch wel handig om ook nog een schuur bij het huis te maken. Vind je het een idee, om de wasruimte groot te maken, zodat dat tegelijk schuur is?”

Margreet knikte: “Ik begrijp niet helemaal hoe je het bedoelt. Maak er maar een schetsje van, ook met de droogruimte, dan zie ik het beter voor me, maar ik denk dat het wel een goed idee is, dan heb je alles bij elkaar in een grotere ruimte. Geen onnodige deuren en zo, lekker makkelijk.”

“Doe ik! We hebben nog een uurtje, ik ga meteen even een schets maken,” zei Huib toen de pick-up leeg was. “De wagen zet ik straks wel terug.”

“Dan ga ik ondertussen de dozen met kleren uitruimen. Ik vermoed dat er heel veel naar de kringloopwinkel kan.”

“Bewaar gewoon een paar kledingstukken die je echt leuk vindt, en ook een paar puur praktische kledingstukken, voor als je bijvoorbeeld in de tuin wilt werken of zo. Soort werkkleding… Andere kleren ga je in de loop van de tijd wel maken, positiekleren, van die lekkere wijde slobbers!” plaagde Huib.

“Goed idee,” pakte Margreet hem terug, “Ik maak ze dan wel zo wijd dat we er samen in kunnen!”

Huib schoot overeind, en trok haar tegen zich aan. “Wat een perfect idee, dan gaan we dansend door het leven!”

Margreet schoot in de lach, gaf hem een kus op zijn neus en ging naar de slaapkamer. Het verbaasde Margreet, toen ze alle kleren uit de doos viste en op het bed legde, hoe weinig er bij was wat ze echt leuk vond. Ze zag zichzelf voor zich met die kleren aan en zag de Margreet die door haar ouders in een mal gegoten en gevormd was, naar hun idee. Het paste gewoon niet bij wie ze werkelijk was.

Toch had ze wel een paar stelletjes nodig natuurlijk, totdat ze meer zelf zou gaan naaien en breien. Ze koos er een paar uit, een paar broeken, rokken, truitjes en blouses en borg die op in de ruime kledingkast. Deur dicht, ze wilde ze eigenlijk niet eens zien. Ergens had ze er gewoon een afkeer van, die kleren waren zo… hoe moest ze dat nou omschrijven… zo voor iedereen tegelijk gemaakt, massaal. Je zou met soortgelijke kleding tientallen mensen tegen kunnen komen.

Margreet, creatief als ze was, verlangde ernaar om zelf kleding te maken, en ze ook zelf te ontwerpen. Ze had nog geen idee hoe, maar dat zou vast wel komen als ze er aan toe was. En Huib of Annerieke zou haar vast wel kunnen helpen, als dat nodig was.

Ze roffelde de trap af, keek nog even over Huibs schouder naar zijn schets van hun huis, met daaraan vast een idee voor de nieuwe ruimte. Margreet reageerde enthousiast op zijn schets: “Dat is het, lekker ruim! Wanneer denk je dat ze kunnen gaan bouwen?”

“Geen idee, ik zal Simon zo even bellen. Hij is een kei in precieze tekeningen maken, plannen maken over de inkoop en de werkverdeling, en hij werkt met veel plezier zelf mee aan de bouw. Hij is een allround bouwvakker, doet mee van het begin tot het eind. Het zal wel een poos een zooi worden aan de zijkant van het huis, maar ik verwacht dat we daar binnen weinig last van zullen hebben, hooguit geluidsoverlast. Ze zijn gewend om bij het pension naar de wc te moeten, maar als jij er geen bezwaar tegen hebt, mogen ze wat mij betreft ook de onze gebruiken.”

“Natuurlijk, als ze ook hier hun vuile schoenen maar even uit schoppen. Ik ben benieuwd naar die Simon, ik weet niet waarom, maar het voelt alsof hij bij ons hoort. Geen idee hoe. Is hij getrouwd?”

“Nee, hij woont alleen, heeft volgens mij ook nooit een relatie gehad, misschien eens een scharrel, maar nooit iets wat vaster was. En ik ervaar dat jouw gevoel klopt. Het heeft met… nee, ik verklap het nog niet, ik hoop dat jij ook meer indrukken krijgt, dan weet ik tenminste zeker dat het klopt wat ik in gedachten kreeg.”

Margreet lachte en gaf hem een kus. “Is goed hoor, ik ga nu naar Annerieke, dan kan ik haar toch nog helpen met koken.” En zo rende ze de deur uit, Huib glimlachend achterlatend.

Naar hoofdstuk 101. Grote opruiming

Of naar de Inhoudsopgave