“Wat zijn jouw plannen voor vanmiddag?” vroeg Huib aan Margreet.
“Nou, eigenlijk had ik de was van vanmorgen af moeten halen. Ik zag dat het beddengoed ook al hing te wapperen, dat zal Annerieke wel geregeld hebben. Maar ik wil eerst die doos met mijn kinderspullen door gaan. Ik wil op Annerieke’s manier door mijn kindertijd gaan, om er dieper van te herstellen.”
“Dappere vrouw! Als het je te veel wordt, en je me nodig hebt, kom je dan naar de schuur?”
“Ja, zal ik doen. Hoe gaat het met de commode?”
“Goed, ik heb alle planken op maat gezaagd, en ga ze nu in elkaar zetten. Dat basiswerk is voor mij het minst leuke, maar ik zal het leuk maken door aan jou en aan ons kleine meisje te denken.” Hij pakte haar hoofd vast en gaf haar een liefdevolle kus, die ze gretig beantwoordde.
.
Margreet zette de doos op de eettafel, zocht even tussen alle spullen en vond haar eerste fotoboek. Ze ging ermee in haar schommelstoel zitten en besloot gewoon foto’s te gaan kijken.
Ze keek naar het wiegje waarin ze had gelegen, zag hoe haar ouders haar in hun armen hielden. Op het eerste gezicht leek het zo normaal, zo liefdevol. Maar als ze naar hun gezichten keek, leken ze vreemden voor haar.
Ze zag zichzelf als peuter, als kleuter. Herinneringen aan de kleuterschool kwamen boven, hoe ze toen al angstig en onzeker was geweest, bang dat ze haar werkjes niet goed genoeg zou doen, verlangend om ook te kunnen klimmen op die klimrekken buiten, en dan bovenop bang zijn er vanaf te vallen of niet te weten hoe ze verder moest gaan. Ze herinnerde zich nog hoe ze op iets latere leeftijd verlangd had om op allerlei soorten rekken te kunnen klauteren en aan andere toestellen in speeltuinen te zwaaien, gewoon net als ‘alle’ andere kinderen, maar dat ze zich er altijd houterig bij had gevoeld. Angst, altijd die angst.
Margreet staarde voor zich uit, zag zichzelf voor zich in grote speeltuinen tijdens schoolreisjes. Ze was altijd alleen geweest. Ondanks dat ze zich altijd prima alleen had kunnen vermaken, had ze zich in een omgeving met andere kinderen en volwassenen, eenzaam gevoeld, doordat ze feitelijk bij niemand aansluiting vond. Al die kinderen om haar heen, daar had ze niks mee, alsof ze er niet bij hoorde. Het leek alsof zij gek was, van een andere planeet kwam, of op z’n minst zo anders was dat de andere kinderen niets met haar wilden, niets, behalve pesten.
Ze voelde hoe de onzekerheid en de angst van die tijd opzwollen in haar buik tot een grote bal van emoties. Ze voelde nu wat ze toen gevoeld had, en liet dat gevoel, hoe naar ze het ook vond, bewust toe, totdat het weg zakte…
Zo ging ze verder, van foto tot foto. Het was intens, maar ze voelde dat het te doen was. Toen haar wekkertje haar meldde dat het tijd was om naar het pension te gaan, legde ze het fotoboek open op tafel, zodat ze straks gewoon verder kon gaan. Ze liep langs de schuur om Huib even te melden dat ze de was ging afhalen en Annerieke in de keuken ging helpen.
“Hoe ging het met je kinderspullen?” vroeg hij meteen.
Terwijl ze met haar hand het begin van de commode streelde, vertelde ze dat ze begonnen was met haar eerste fotoboek. “Het was best heftig om te voelen hoe ik me op het schoolplein en op speelplaatsen gevoeld heb. En nog wel meer dingen, over mijn kleding, een jurk die ik zo geweldig leuk vond, maar die mijn moeder ineens had weggegooid. Telkens als ik voelde dat de gevoelens van toen opspeelden, nam ik pauze om het bewust te voelen. Dat was niet makkelijk, maar tot nu toe ben ik er goed doorheen gekomen. Moeke is een goed voorbeeld voor me geweest!” Margreet lachte blij. “Ik voel me alsof er dingen van me af gehaald zijn, allerlei lasten of zo. Ik voel me lichter.”
“Dan ben je er echt doorheen gegaan. Er zal nog wel meer komen, maar uiteindelijk zal je elke keer weer die verlichting voelen en zal de echte Margreet steeds meer zichtbaar worden. Supervrouw van me!”
Margreet glimlachte naar hem. “Het wordt mooi Huib, de commode, mooi hout ook, zo licht en vlammend. Ik hou er van! Zeg, als je zin hebt om mijn foto’s te zien, kijk gerust hoor, het fotoboek ligt op de koffietafel. Ik ga nu eerst aan ’t werk lieverd, tot straks bij het eten!”
Margreet gaf hem een stevige zoen en huppelde als een jong meisje naar het pension. Huib keek haar glimlachend na. Hij was eigenlijk wel benieuwd naar haar foto’s en besloot daar meteen even de tijd voor te nemen. Hij vond het boek en bladerde het door. Waar hij ook keek, hij zag wat hij de eerste dagen al gezien had: onzekerheid, angst, en pijn. Hij vond het vreselijk dat ze zo’n nare jeugd had gehad, dat de mensen om haar heen haar niet werkelijk gezien hadden. Die eenzaamheid… Aan de andere kant was hij blij dat ze zo dapper was om dwars door haar pijn heen te gaan.
Hij dacht aan hun dochtertje, nog zo piepklein… hoe zouden ze haar door haar kindertijd heen kunnen helpen? Hij was dankbaar, dat Margreet nog maanden de tijd had om door haar herstel heen te gaan. Dat zou haar straks vast helpen om aan te voelen hoe ze moeder mocht zijn, om van binnenuit te weten wat hun kleine meiske nodig had. Hijzelf had een goed voorbeeld, al besefte hij dat elke situatie anders zou zijn, dat hun dochtertje geen mini-Huib zou zijn. Zij zou zijn wie zij was! Maar hij had in elk geval een goede basis. Margreet had die basis niet gekregen, maar ze leerde snel, en herstelde snel als ze er zo bewust doorheen ging.
Samen zouden ze er voor gaan! Met dat besluit in zijn achterhoofd ging hij met een dankbaar gevoel terug naar de schuur. Hun ukkie zou een prachtige commode krijgen! Niet dat zij zich daar zelf bewust van zou zijn, maar Margreet en hij zouden er in elk geval plezier van hebben.
Maak jouw eigen website met JouwWeb