Hoofdstuk 2.

Een noodsprong

Huib probeerde zich door de stapel administratie heen te worstelen. Bestellingen, rekeningen, verzoeken voor de huur van een kamer, maandoverzicht van de financiën en ga zo maar door. Vreselijk vond hij het, maar het hoorde erbij.

Vroeger deed zijn vader dit werk, vroeger… tot nog maar zo kort geleden. Door een stom ongeluk was hij om het leven gekomen. Naast de bizarre wirwar van gevoelens van ongeloof, ontkenning, pijn, verdriet en radeloosheid, was er het praktische gevolg van deze gebeurtenis: het leiding geven aan het pension waar zijn ouders eigenaren van waren. Aangezien hij geen broer of zus had om de stapel taken op af te schuiven, had hij besloten om in elk geval voorlopig zijn vaders taken over te nemen. Hij was jong, net eenentwintig geworden. Hij had het niet gevierd, had er geen zin in gehad.

Daarnaast had hij geen idee wat hij wilde gaan doen om zijn dagelijks brood te verdienen. Of… eigenlijk, diep in zijn hart, wist hij het wel, maar hij zag geen kans om er iets mee te doen, zeker nu niet, nu de verantwoordelijkheid voor het pension voor een groot deel op zijn schouders rustte.

Hij zuchtte diep, voelde zich behoorlijk rot, in een hoek geduwd waarin hij helemaal niet wilde zitten. Voorlopig zou hij zich storten op wat gedaan moest worden, met de grootst mogelijke tegenzin, omdat hij had het gevoel dat hij geen keus had, in elk geval niet op dit moment. Per dag maar bekijken, hopen dat er licht aan deze sombere horizon kwam. Wat moest hij anders?

Zijn moeder was behalve gastvrouw ook de kokkin van het pension, altijd al geweest. Ze kon goed koken en bakken. Ze had er niet speciaal een opleiding voor gedaan, maar wel cursussen op internet gevolgd. Huib glimlachte toen hij daar aan terug dacht. Hijzelf had als kind altijd lekker gegeten van zijn moeders kookkunsten, maar zij vond dat ze voor het pension dat ze bezig waren op te bouwen iets bijzonders moest kunnen doen. Rondsnuffelend op haar tablet had ze ideeën opgedaan, en direct in praktijk gebracht in de veilige keuken van hun huis. Huib en zijn vader waren haar proefkonijnen geweest. Hij had haar moeten toegeven, dat ze hem meestal had verrast met heerlijke resultaten! Als het thuis een succes was geweest, besloot ze het recept te bewaren, zodat ze het later ook in de keuken van het pension kon proberen.

Een paar jaren later waren de reacties van de gasten overweldigend geweest. Niemand had ooit geklaagd over de maaltijden. Dankzij haar zoektocht op internet naar fijne recepten hadden ze alleen maar gesmuld en gejubeld. Ja, zijn moeder was een topper voor dit werk.

Alleen… ze liep zichzelf voorbij! Ze had voor Huibs gevoel geen tijd voor zichzelf, geen tijd om te rouwen, te verwerken, te leren omgaan met dit nieuwe leven zonder haar man. Elke dag moesten de gasten eten, moesten er inkopen gedaan worden, moest er opgeruimd worden, om nog maar niet te spreken van het dagelijkse huishoudelijke werk boven, op de etage waar de gasten hun kamers hadden. Huib had haar al iets kunnen ontlasten, door wat taken op het gebied van het huishouden van haar over te nemen. Maar hij merkte wel, dat dat al na een paar weken voor hemzelf eigenlijk ook te zwaar was. Dat besef vond hij lastig te verteren, hij was jong, gezond en sterk, hij moest dit toch kunnen. Zou het komen doordat hij feitelijk best een hekel had aan bedden verschonen, de was, de schoonmaak? Of door zijn eigen rouwproces?

Hoe het precies zat, of hij nou alleen maar moe was, of het werk gewoon stomvervelend vond, dat wist hij niet, en sinds kort kon het hem ook niet meer schelen.

Hij had een gok gewaagd, wat hij als een noodsprong had ervaren. Hij had een advertentie geplaatst en om hulp gevraagd, een huishoudelijke hulp. Degene die hem van dat werk zou verlossen, zou een kamer ter beschikking krijgen, die tot voor kort voor opslag gebruikt werd. Wat hij zelf jammer had gevonden, was dat hij zijn hulp geen eigen toilet en douche kon bieden. Zijn redder in nood zou gebruiken moeten maken van het sanitair dat zijn gasten ook gebruikten.

Om te voorkomen dat hij opgescheept zou komen te zitten met iemand met wie hij totaal niet overweg kon, had hij een proefmaand opgegeven in zijn advertentie. Na een paar weken zou hij wel in de gaten krijgen of de persoon in kwestie geschikt was voor het werk en paste in de sfeer van het pension.

Tot zijn verbazing was er bijna direct een reactie gekomen van een jonge vrouw. En wat hem nog meer verbaasde was de blije klik die hij ervaren had bij het lezen van haar zakelijke reactie. Een klik, een zeker weten, dat zij de juiste persoon op de juiste plek zou zijn. Het woord “misschien” kwam niet eens in zijn gedachten, dit was gewoon de juiste vrouw!

Hij had overwogen er met zijn moeder over te praten, maar had het niet aangedurfd. Ze zou het misschien vreemd gevonden hebben dat hij dat zo gevoeld had. Niet dat ze zo snel alles vreemd vond, maar… nou ja, om eerlijk te zijn vond Huib zijn innerlijke reactie op die sollicitatie-mail zelf nogal bizar! Voordat hij haar een antwoord stuurde, las hij haar mail nog een paar keer door, zich vooral afvragend waardoor hij die klik had ervaren, waardoor, door welke woorden, hij zeker had geweten dat zij degene was die hij moest aannemen. Ja, aannemen, niet eens eerst uitnodigen voor een sollicitatiegesprek, maar gewoon aannemen, voor die proefmaand, en zo snel mogelijk!

Hij had niet kunnen ontdekken wat er speciaal was geweest in wat zij had geschreven, het was gewoon een vrij standaard sollicitatie, niets bijzonders. En toch wist hij het zeker: zij moest het worden, alsof ze hier hoorde! En hij had direct gereageerd. Het duurde maar een paar minuten voordat hij haar antwoord kreeg: overmorgen zou ze voor zijn neus staan.

Onwillekeurig schoten er onzekere gedachten door Huibs hoofd. Had hij er wel goed aan gedaan zo snel te handelen? Was zij werkelijk wel de juiste persoon? Ze reageerde zo direct, dat hij zich afvroeg of ze leed aan een overdosis zelfverzekerdheid, of dat ze één of andere drama-queen was die zichzelf wilde bewijzen.

Hij schudde zijn hoofd, niet zeuren, het zou maar voor een maand zijn, als ze niet beviel, stuurde hij haar gewoon weer de laan uit! Hij beantwoordde haar berichtje zo hartelijk mogelijk en regelde een maand-contract voor haar, zodat ze dat overmorgen meteen zou kunnen ondertekenen.

Vervolgens rende hij met twee treden tegelijk de trappen op, naar de opslagkamer die leeg en schoon gemaakt moest worden. Het leek wel of hij vleugels had gekregen, een berg nieuwe energie. Hij sjouwde urenlang spullen naar de grote schuur achter het pension. Toen hij alles daar in een hoek had gezet, had hij er een laken overheen gedrapeerd om te voorkomen dat alles onnodig vies zou worden.

Daarna ging hij terug naar de kamer van zijn nieuwe werkneemster, zette het raam wagenwijd open voor de nodige frisse lucht, en maakte alles schoon. Hij maakte het bed op en legde een stapeltje linnengoed in de kast, zodat ze voorlopig vooruit kon. Hij controleerde de lampen, de verwarming en keek meermalen rond, zich afvragend wat hij er meer aan kon doen om het gezellig te maken. Gezellig was het totaal niet, het was feitelijk super kaal, een bed, een ingebouwde kledingkast en een lage kast, maar hij had geen idee hoe hij dat kon veranderen. Hij deed het raam dicht, stapte de kamer uit en sloot de deur achter zich. Hij zou wel zien wat ze ervan vond, horen wat ze misschien nog nodig had.

Nu had hij nog één ding te doen met betrekking tot de komst van die jongedame: zijn moeder inlichten. Aangezien de gasten de eetkamer al binnen kwamen, wist hij dat hij zijn moeder ergens in de buurt van de keuken of de eetkamer zou kunnen vinden. Hij zag dat ze het eten al klaar had. Ze was druk bezig de aardappelen in een grote bak van de buffetwarmer te scheppen. Toen ze de bak vol had, nam Huib hem stilzwijgend van haar over en bracht hem naar de eetkamer. Hij controleerde of de buffetwarmer al aan was en ging terug naar de keuken om de volgende bak te halen. Zo werkten ze even samen verder, totdat ze de gasten een smakelijke maaltijd konden wensen en in de keuken de pannen in het water gingen zetten.

“Mam, ik moet je even wat vertellen,” begon Huib, toen ze samen met een vol bord aan tafel zaten. Zijn moeder keek hem even aan, terwijl ze een hap in haar mond stopte: “Vertel maar jongen, mijn mond kauwt ondertussen wel door,” zei ze glimlachend.

Huib keek naar haar vermoeide gezicht. “We trekken het maar net met z’n tweetjes. Ik heb laatst een advertentie geplaatst om iemand te vinden die wat taken kan overnemen. En ik heb iemand aangenomen, ze komt overmorgen. Voor een maand maar hoor, een proefmaand, daar heb ik ons mee ingedekt.”

Zijn moeder keek hem verbaasd aan. “Wat een goed idee Huib, maar… waarom heb je niet even overlegd?”

“Weet je wat zo vreemd was, mams, het ging eigenlijk zo vanzelf. Ik was met de administratie bezig, en voelde ineens zo de last op mijn schouders. Ik was bezorgd om jou, ik zag elke dag hoe moe je was, hoe je gezicht zelden ontspannen meer stond. En ik voelde bij mezelf eigenlijk hetzelfde, ik merkte dat de rek er steeds meer uit ging. We werkten samen op, zorgden dat alles op tijd klaar was, en dat lukte nog ook, maar we kwamen niet meer aan onszelf en aan elkaar toe. Al die gedachten schoten tijdens het betalen van rekeningen ineens door me heen, en de oplossing kwam er direct achteraan: plaats een advertentie! Ik heb er nauwelijks over nagedacht, heb gewoon mijn hart gevolgd, een advertentie geplaatst, en ben verder gegaan met die rekeningen. Al heel snel, binnen een uur, kreeg ik een reactie op de advertentie binnen. Ik las het door en... tja, dat was echt gek... ik wist gewoon dat zij het moest worden. Vind je dat ook niet gek mam? Ik wist het gewoon! Ik heb haar mail een paar keer doorgelezen, en niets speciaals kunnen ontdekken, nauwelijks iets persoonlijks zelfs, maar ik wist dat zij het moest zijn. Ik heb meteen gereageerd, gevraagd of ze de maand november voor proef kon komen, en of ze twee dagen eerder wilde komen om kennis te maken met ons en met het pension. Ze antwoordde vrijwel direct dat ze overmorgen komt.”

Hij zag dat zijn moeder tranen in haar ogen had gekregen.

“Wat is er? Waarom word je emotioneel? Vind je dat ik het niet goed aangepakt heb?”

“Je bent de beste zoon die ik me kan wensen,” antwoordde zijn moeder, “je hebt je hart gevolgd, en ik vertrouw er op dat het goed is!” Ze stond op en reikte met haar handen over de tafel heen, pakte hem bij zijn hoofd. “Ik moet dat je maar eens goed inwrijven!” en ze ging met haar handen door zijn haren. Ze lachten en aten ontspannen verder.

“Zin in koffie?” vroeg zijn moeder na het eten.

“Lekker! Laten we nog maar even gaan zitten, voordat we straks moeten gaan afruimen.”

Even later, met een mok koffie in hun handen, keken ze elkaar aan.

“Het is echt goed Huib, ik ben blij dat je het gedaan hebt.”

“Ik ook, ik heb je sinds… sinds papa… niet meer zo ontspannen gezien, glimlachend zelfs.”

Ze glimlachte weer. In stilte dronken ze hun koffie, allebei met hun gedachten bij hun overleden geliefde. Moeder en zoon, in stilte met elkaar verbonden…

Naar hoofdstuk 3. Bestemming bereikt

Of naar de Inhoudsopgave