Hoofdstuk 155.

‘The Transporter’

Sjaak en Lisa nestelden zich op de bank, Margreet koos haar schommelstoel en Huib, die even snel de film had opgezocht, ging met de afstandsbediening in zijn luie stoel zitten.

“Zijn jullie er klaar voor?”

“Ja hoor, starten maar!” antwoordde Sjaak.

Aan het begin van de film werd meteen al duidelijk dat de hoofdpersoon een pakketbezorger was, maar niet een gewone. Hij droeg standaard een wapen bij zich, omdat hij wist dat het vervoeren en bezorgen van de pakketten die hij mee kreeg, gevaar met zich mee bracht. De wereld die er achter zat, was een duistere. Hij mocht nooit weten wat er in het pakket zat, en hij wilde dat ook niet weten. Zo kon hij nooit per ongeluk zijn mond voorbij praten. Zijn opdracht was standaard: breng dit pakket naar dat adres, vraag nergens naar, zeg niets, alleen afleveren!

Dit keer kreeg hij een fors pakket, verpakt in een langwerpige tas, dat door een medewerker van de man die het wilde versturen, achter in zijn auto werd gelegd. Hij ontving een absurd groot geldbedrag en vertrok.

Onderweg ontdekte hij, dat zijn pakket een levende inhoud bevatte, een jonge vrouw. Ze was vastgebonden en haar mond was dichtgeplakt met een brede tape. Ze keek hem met angstige ogen aan. Na wat heen en weer gedoe, was het voor hem duidelijk dat hij niet ging doen wat hij moest doen. Hij zou haar niet bezorgen op het hem gegeven adres. Hij besloot haar mee te nemen naar zijn eigen huis, waar ze waarschijnlijk veiliger was, in elk geval totdat degene die haar had verstuurd had, of degene die haar had moeten ontvangen, hen opgespoord zou hebben.

Het was niet eenvoudig voor de vrouw om deze pakketbezorger te vertrouwen. Ze had geen enkele reden om mensen te vertrouwen. Mensen hadden haar pijn gedaan, en als ze op haar eindbestemming gekomen zou zijn, had dat vrijwel zeker haar dood betekend. Maar deze man, die haar daar had moeten brengen, had haar in huis genomen. Wie was hij en waarom bracht hij haar niet rechtstreeks naar het adres?

Na allerlei verwikkelingen, een aanval en een geslaagde vluchtpoging, waarbij de pakketbezorger de leiding nam en haar beschermde, was ze vrij! En op dat moment in de film startte het lied dat Lisa zoveel op haar viool gespeeld had en op de dansavond voor Sjaak had meegezongen. Dat lied, dat zong over een vrouw in gevaar, in nood, die gered werd door een vreemdeling.

Het lied raakte hen allemaal opnieuw, tranen stroomden. Margreet pakte een pakje zakdoeken, deelde daarvan rond en legde het pakje op tafel voor wie er meer van nodig had.

Toen de aftiteling begon, ging ze naar de keuken. Er ging zoveel door haar heen. Zij zelf, zij voelde zich ook bevrijd door een vreemdeling. Ze had Huib immers niet gekend. Zij zelf was bevrijd van onderdrukking, van controlerende, intimiderende en manipulerende ouders. Maar Lisa, haar nieuwe vriendin, met wie ze al zo snel een hechte band gekregen had, was nog veel meer dan zijzelf in nood geweest, in onderdrukking, in een nog ernstiger misbruiksituatie. Haar hart ging naar Lisa uit, terwijl ze het stuk taart in vieren sneed en over schoteltjes verdeelde.

Ze bracht de taart naar de woonkamer, waar Lisa tegen Sjaak aan lag na te sniffen. Margreet vroeg wie er koffie en wie er thee wilden. Allemaal koffie, gelukkig, dacht Margreet. Haar hoofd was zo vol, ze was zo geëmotioneerd, dat het moeilijk was om na te denken. Nu kon ze gewoon vier mokken om beurten onder de koffiemachine zetten, en de volle mokken, lepeltjes, suikerpot, en koffiemelk-cupjes op het blad naar de woonkamer brengen. Ze deelde de mokken uit en liet het aan iedereen over om er zelf melk en suiker aan toe te voegen.

“Pfff wat was dat intens zeg,” zuchtte Lisa. “Ik voelde me zo verbonden met die vrouw, zo gevangen en angstig als zij was! Toen ik destijds mishandeld werd, heb ik dat niet zo op die manier ervaren, het was gewoon zoals het was, al vond ik het allesbehalve prettig! Maar nu zag ik het ineens voor me, dat ik net zo gevangen was als zij. Ik kon geen kant op, ik kon niet vluchten. Ik was monddood gemaakt, angstig, durfde niet eens aan het idee van vluchten te denken. En daarnaast, ik was met Henk getrouwd, ik hield toch van hem?

Achteraf weet ik, dat ik allang niet meer van hem hield, misschien zelfs nooit echt van hem gehouden had, maar dat ik mezelf wel met dat idee voor de gek hield. Ik was met hem getrouwd, dus hield ik van hem, zo voelde dat, zo overtuigde ik mezelf. Dat is allemaal heel ongemerkt gegaan, ik heb daar nooit bewust over nagedacht. Ik ben langzaam in die situatie gegleden, langzaam, onopvallend, en ineens was ik daar, in de prostitutie. Ik heb altijd wel gevoeld dat ik het niet wilde, maar het was gewoon hoe het was. Ik speelde het spel mee, en ergens voelde het alsof ik het wel wilde, ik was goed in mijn ‘vak’.”

Met haar vingers tekende ze de aanhalingstekens in de lucht. “En dan daarnaast nog het verraad van mijn lichaam, het verlangen van mijn lichaam dat steeds weer aangevuurd werd. Nu pas, achteraf, kan ik voelen hoe vreselijk het in werkelijkheid was, hoe ongelofelijk vreselijk. Ik kan nu vergelijken, hoe het toen was en hoe het nu is, nu met Sjaak. En dat is een verschil tussen zwart en wit, tussen nacht en dag, duister en licht. Vooral nu ik ontdekt heb, dat het nog veel duisterder was dan ik toen al wist. Jij had dat toch al aan Huib verteld, Sjaak?”

“Ja, vaag, ik heb Huib niet veel verteld. Het ging mij op dat moment niet om de inhoud, maar om de bescherming. Maar als je wilt, vertel dan maar gewoon wat je kwijt wilt Lieske, want je vriendin hier weet er misschien nog helemaal niets van.”

“Nee, ik weet niet…” Margreet schudde haar hoofd, terwijl ze van Lisa en Sjaak naar Huib keek, “wat is er nog meer aan de hand dan?”

Lisa vertelde wat ze in de opnames gezien had, wat er in het administratiekantoor van haar ex gebeurd was. Ze vertelde over de kaars met de vreemde tekens, over de klanten die knielden en hun wensen opschreven, wensen van rijkdom en macht, over de spreuken die ze uitspraken, en de omhelzing die er tussen haar ex en de klant op volgde.

“Het zag er naar uit, dat Henk hen die macht gaf, en mij gebruikte om die macht te versterken, te verzegelen, zoiets. Ik weet niet precies hoe het werkt, maar het was echt een heel duistere zaak. Ik weet bijna zeker dat hier een rechtszaak van gaat komen, die daders mogen hun straf niet ontlopen. Als zij vrij rond blijven lopen, zullen ze andere adressen zoeken waar ze hetzelfde kunnen doen. Andere vrouwen zullen slachtoffers worden, terwijl zij rijker en machtiger worden. Ik weet ondertussen ook dat dit ten diepste een soort satanische rituelen zijn, en dat die meestal met de dood eindigen. Dat zag er voor mij nog niet zo uit, maar ik denk dat als ik me was gaan verzetten, het daar wel op uit gedraaid zou zijn.”

Sjaak nam het even over: “Daarom heb ik Huib en Simon ingelicht, gevraagd om hun ogen goed open te houden. Het kan zijn dat Lisa alsnog gevaar loopt, al denken we dat de daders niet wisten dat ze gefilmd werden. Maar ik bedenk nu, dat ze als ze een beetje nadenken, wel zullen beseffen dat Lisa uiteindelijk die papieren waarop ze hun wensen hadden geschreven, zou kunnen vinden. En hun namen stonden op die papieren, zo van ‘Ik... en dan de naam…, verklaar… en dan de rest’. Die daders lopen dus het gevaar ontdekt te worden, en dat zullen ze niet willen. En buiten dat, als we een rechtszaak beginnen, wordt wat we ontdekt hebben voor hen zichtbaar, en daar zullen ze niet blij mee zijn. Vervolgens hoeven ze maar een paar vrienden of een huurmoordenaar in te schakelen. Ik wil Lisa niet bang maken, en jullie ook niet, maar Bloemenhof is niet meer zo veilig als het altijd geweest is.”

“Morgen komt Marcel, met zijn vrouw Janny,” vervolgde Lisa, “Marcel is een agent die we hebben ontmoet toen we mijn spullen in Henks huis ophaalden. Marcel en Janny komen hier twee weken logeren. Ik wil hen zo snel mogelijk de screenshots die ik per dader gemaakt heb, laten zien. De naam van één van de daders komt me trouwens bekend voor, maar ik weet niet waarvan. Ik vermoed dat zij dat wel weten, zij wonen er al veel langer, en Marcel werkt daar onder de burgers. We willen hem advies vragen, hoe het verder moet, met een rechtszaak. Ik denk dat ik maandag Ellen ook ga inschakelen, haar vragen of ze ons kan helpen.”

“Ellen Hendriks, die advocaat?” vroeg Huib, en toen Lisa knikte, ging Huib verder: “Ik zou het liefst willen dat als jij een rechtszaak gaat beginnen, Lisa, dat we dat met z’n allen doen. Ik weet wel dat het op jouw naam komt te staan, maar ik wil achter je staan, erbij zijn waar dat mogelijk is. Jij dan, Margreet?”

Margreet knikte heftig: “O ja, zeker weten, ik vind het mateloos eng, daarom vluchtte ik net ook naar de keuken, net na de film. Ik voelde zoveel angst, door de film, maar vooral om jou, Lisa. Maar ik wil daar dwars doorheen gaan, ik sta met Huib samen achter jullie!”

“Zullen we er morgen bij het ontbijt ook met Annerieke en Simon over verder praten, of zij ook samen met ons één front willen vormen?” stelde Huib voor.

“Goed idee, laten we die tortelduifjes vanavond maar niet storen, morgen is vroeg genoeg, neem ik aan.” Sjaak keek vragend naar Lisa, alsof hij haar wilde vragen of ze daarmee akkoord ging.

Ze knikte licht naar hem. Ze was moe, doodmoe. De film, de situatie waar ze uit kwam en op een bepaalde manier nog middenin zat, alles bij elkaar had zoveel emoties los geroepen…

Ze begreep de angst van Margreet, het was ook haar eigen angst, de angst om zo gevangen te zitten, de angst in de strijd naar vrijheid. Ja, ze voelde zich aan de ene kant vrij, vrij bij Sjaak, maar daar tegenover nog steeds gevangen in de oude situatie, omdat die nog niet was opgelost. Die daders liepen nog vrij rond. En zij kende hen niet, wist niet wie ze waren, hoe ze waren. En ze wist niet hoe ze zouden reageren als zou blijken dat ze herkend waren. Wat zouden ze doen, als zij, die gewichtige mannen, voor de rechter gedaagd zouden worden?

Lisa benoemde haar gevoelens hierover naar Margreet, verwoordde daarmee dat ze haar angst begreep en dat die angst terecht was. “Ik ben zo blij dat jij mijn vriendin bent, dat jullie samen onze vrienden zijn, we gaan er samen voor. En nu… ik ben doodmoe! Vinden jullie het erg als we al naar huis gaan?”

“Nee joh, natuurlijk niet!” Margreet kwam overeind en liep naar Lisa toe: “Ik kan me voorstellen dat je doodmoe bent na het bekijken van al die stukjes van de opnames. En dan nu die film… die heeft heel wat losgemaakt.” Ze omhelsde haar vriendin, streelde haar rug: “Ga maar lekker naar huis, uitrusten, slapen, wat je maar nodig hebt.”

“Dank je wel Margreet, dank je Huib, jij ook, ik ben zo blij met jullie!”

Sjaak glimlachte, sloeg zijn arm om Lisa heen toen Margreet haar los liet. “Kom maar mee Lieske, morgen weer verder! Bedankt Huib, Margreet, ook voor de film, die beeldde perfect uit hoe onze situatie is! En tot morgen dan maar…”

.

.

The Transporter (You saved my life), Trailer

https://www.youtube.com/watch?v=e5sGjBIwlAQ

Of naar de Inhoudsopgave