Sjaak was even naar zijn huisje gegaan. Hij zette een bak koffie, en plofte neer in zijn luie stoel. Het had hem volkomen verrast, die onschuldige opmerking over de juiste vrouw tegenkomen. Hij wist heel goed dat Margreet hem alleen maar wat geplaagd had, nota bene met een opmerking die ze van hemzelf had. Maar het had hem zo geraakt, dat hij direct helemaal van slag was geweest.
De juiste vrouw… Lisa… hij had het zomaar ineens geweten, heel diep van binnen geweten. Zij was die vrouw, de vrouw op wie hij gewacht had. Maar ze was nog niet eens gescheiden en ze was behandeld als een voetveeg en een seksslaaf! Lieve hemel, wat moest hij daar nou mee? Hoe moest hij zich gedragen tegenover Lisa? Wat moest hij zeggen?
Niets, niets bijzonders, besloot hij, proberen gewoon te doen, zodat ze niets zou merken. Precies, dat mocht gewoon niet gebeuren, ze mocht het niet merken.
Eigenlijk, moest hij zichzelf bekennen, maakte het hem radeloos. Het voelde zo dubbel, zo onmogelijk. Ergens, diep van binnen wist hij dat zij de juiste vrouw was, dat zij de vrouw was die bij hem hoorde. Hij had ineens die klik in zijn binnenste ervaren, maar verder voelde hij helemaal niets voor haar, voelde zich niet verliefd of zo. Dat klopte dan toch niet?
Verdorie! Met een klap zette hij zijn lege mok op tafel. Hoe werkt dat dan? Verliefd worden, van iemand gaan houden… wat moest hij ermee? Dat kon hij toch niet opwekken of zo? En dan nog wat: als dat wel zou gebeuren, als hij wel verliefd zou worden… wat wist hij daar nou van? Niets! Hij voelde zich ongelofelijk dom en onhandig, en hij baalde ervan dat dit juist nu op zijn pad kwam, net nu hij zich in de pensionfamilie op zijn gemak begon te voelen!
Hij begon te ijsberen in zijn woonkamer, overwegend hoe hij zich moest opstellen. Ineens stond hij stil: eigenlijk was het helemaal niet zo ingewikkeld. Per slot van rekening was hij totaal niet verliefd, voelde hij geen vlinders in zijn buik, hield hij niet van haar. Hij wist nog niet eens of hij haar wel aardig vond. Ze leek wel aardig, maar meer wist hij ook niet. Dus… als zijn hart niet op hol sloeg voor haar, zou hij zich net zo kunnen gedragen als anders. Zo simpel moest het toch zijn.
Hij staakte zijn geijsbeer bij de ingang van zijn slaapkamer. Zijn huisje was nu maar klein, maar één etage. De kamer waar hij op nu in stond, was zijn slaapkamer, maar zijn piano stond er ook in. Het stond eigenlijk mal, die piano tegenover zijn bed, naast zijn kledingkast, maar het was eenvoudigweg voor hem als vrijgezel de beste oplossing geweest. Als er een tweede verdieping op zijn huis gebouwd zou worden, zou hij boven kunnen gaan slapen, samen met… Nee! Nog niet aan denken, dat slaat nergens op. Slapen met Lisa, en dan ook met haar… vreselijk, daar wist hij ook al helemaal niets van, en zij had al zo veel ervaring op dat gebied. Een slechte ervaring, dat wel, maar hij had helemaal géén ervaring, wist er niets van. Hij wist niet eens hoe hij haar een slechte of een goede ervaring zou kunnen geven.
Sjaak zuchtte diep en wreef met zijn hand door zijn haren, zoals hij vaker deed als iets hem zenuwachtig maakte.
Toch begon de verbouwing zich aan hem op te dringen, vorm te krijgen in zijn gedachten. Hij zag het voor zich, waar de trap zou moeten komen. Hij keek naar het plafond: daar de slaapkamer, en daar tegenover nog twee kamers, en daar, boven het toilet de badkamer, met een douche… of een bad… Nu hij nog alleen woonde, was hij nogal makkelijk. Een bad en een douche interesseerden hem geen lor, hij waste zich wel bij de wasbak in de bijkeuken. In de winter was het alleen wel erg koud, maar ook dat deerde hem niet.
Zijn gedachten gingen verder: er zou zelfs een zolder met een zolderkamer op gebouwd kunnen worden, voor als ze meerdere kinderen zouden krijgen.
Kinderen! Waarom gingen zijn gedachten zo met hem op de loop? Hij wilde dit niet, hij wilde niet dat zijn gedachten richting Lisa gingen…
Hij ging achter de piano zitten, zette de klep open en begon te spelen. Piano spelen was altijd zijn uitlaatklep geweest als hij verward of gefrustreerd was, of op wat voor manier dan ook met zichzelf overhoop lag.
Hij begon rustig, niet wetend welke kant hij op wilde. Een kabbelende melodie in mineur… Ineens brak hij af en ging over op majeur, en maakte van de kabbelende melodie een vrolijke rivier. Hij had zijn ogen dicht, zag een rustig stromend riviertje tussen de bergen. Het water kronkelde tussen de bergen naar beneden. Hij eindigde met een lichte vertraging en totaal onverwacht, het verraste hem zelf ook, zette hij een jubelende melodie in. Een feestelijk stuk muziek galmde door zijn huisje.
Zelfs buiten was het hoorbaar. Buiten, waar Huib en Margreet op dat moment naar hun huis liepen.
Zij keken elkaar aan. “Hij is wel ongelofelijk vrolijk op dit moment,” zei Huib. “Zou hij iets ontdekt hebben?” Hij grijnsde triomfantelijk: “Zie je wel, zo gaaf, het klopt dus!”
Margreet lachte: “Misschien moet je dat nog even afwachten, niet te voorbarig jongeman!”
Maak jouw eigen website met JouwWeb