Hoofdstuk 58.

Cees en Sita

Die middag waren de nieuwe gasten gekomen: Cees en Sita. Ze hadden hier al vaker gelogeerd en hoefden Annerieke niet meer te vragen hen bij hun voornamen te noemen, ook al zouden ze wat hun leeftijd betreft haar ouders kunnen zijn.

Annerieke verwelkomde hen blij en bracht hen naar hun kamer. Daar constateerden ze dat er niets veranderd was. Of toch wel… Sita liep naar het raam: “Wat leuk, die bloemen in de vensterbank! Dat doet wel heel gezellig aan! Zo mooi altijd met die Hortensia’s, ze verliezen hun kleur zo langzaam en in die tussenperiode zijn ze gewoon nog steeds prachtig.”

Annerieke keek ernaar en glimlachte: “Ja hè, ze zijn echt mooi. Dat was een idee van Margreet, onze nieuwe medewerkster en mijn aanstaande schoondochter!” voegde ze er blij aan toe. “Ik wist dat ze dit van plan was, maar niet dat ze er al mee bezig was geweest.”

“Je aanstaande schoondochter? Wanneer heb je een bruiloft?”

“Dat weten we nog niet, het is allemaal pril, maar wel heel bijzonder goed. Ik ben echt blij met haar, en met hen samen. Je kent Huib toch nog wel? Hij doet nu de administratie en klusjes, maar brengt het liefst zijn tijd door met houtbewerken in de grote schuur verderop. Huib en onze tuinman Sjaak hebben nu allebei een eigen huis verderop op het land, wisten jullie dat al?”

“Ja, ze waren er net gaan wonen toen wij hier de vorige keer waren. Ik weet nog wel dat ik dat huisje van Sjaak zo poppig klein vond doordat het maar één etage had, maar hij had het er prima naar zijn zin. En die van Huib vonden we juist zo groot, en ik weet nog goed dat hij ons vertelde wat Erik er over had gezegd, over een vrouw en kinderen. Ik vond het toen best apart, kon het eigenlijk niet zo goed geloven. Maar nu heeft die knaap dus trouwplannen! Geweldig! Nou, volgens mij gaan we het hier wel weer naar ons zin hebben,” bedacht Sita, “het is echt thuis komen, vind je niet Cees?”
Cees reageerde glimlachend: “Zeker weten!”

 “Mooi, als jullie verder geen vragen hebben, ga ik nog even naar huis voordat ik ga koken. Ik zie jullie vanavond wel bij het avondeten!”

“Prima, tot dan!” zei Sita, terwijl Cees Annerieke toeknikte.

“Wat denk je Cees,” vroeg Sita toen Annerieke weer naar beneden ging, “zullen we de koffers vast uitpakken?”

Cees keek haar aan en knikte.

Terwijl Sita de kleding in de kast hing en legde, pakte Cees de toilettassen uit. Toen de koffers leeg waren, zetten ze die rechtop in een hoekje, en besloten ze hun ‘thuiskomst’ te vieren met een wandeling over het landgoed.

Ondanks dat de winter er al aan zat te komen, scheen de zon nog volop over het land. Arm in arm liepen Cees en Sita het pension uit, het land op.

“Wat een lap grond is het toch he! Ooooh, moet je zien, wat is het nog prachtig… En het is al november! Die Sjaak heeft het wel goed uitgezocht, welke planten hij hier wilde hebben. Nog zoveel laatbloeiers! Kijk daar heb je die Hortensia’s…”

Sita trok haar man mee naar een grote groep Hortensia’s.

“Dit lijkt wel een speciaal soort.” Ze streek liefkozend met haar hand over de bloemen van een paar Hortensia’s die er duidelijk iets anders uitzagen dan de Hortensia’s ernaast, het type zoals zij ze kende.

“Ze voelen anders, steviger! De normale Hortensia’s zijn zachter, voelen wat meer papierachtig aan. Voel maar, het verschil.”

Cees voelde aan beide planten. Hij knikte, hij voelde het verschil ook.

Ze schrokken op van een stem achter hen: “Dat is de Hortensia Magical, en Magical is hij! Alle Hortensia’s bloeien nog, al vervagen hun kleuren her en der een beetje, maar deze Magical blijft het langst de aandacht trekken.”

“Hey Sjaak, wat leuk om je weer te zien,” riep Sita uit. “Ken je ons nog?”

“Jazeker, Cees en Sita! Annerieke had me al verteld dat jullie weer kwamen, daardoor wist ik jullie namen weer. En nu zie ik jullie gezichten en is het plaatje in mijn geheugen weer compleet!”

Sita lachte: “Mooi handig!”

 “Jij hebt er duidelijk verstand van, van tuinieren,” zei Cees, “het ziet er allemaal prachtig uit. Het lijkt me wel veel werk trouwens, het is zo’n groot landgoed!”

“Klopt, het is groot, en in sommige periodes is het ontzettend druk. De periodes van snoeien bijvoorbeeld. Maar Erik heeft me geleerd, dat ik niet alles weg hoef te halen. Op de opleiding had ik geleerd, dat je alle uitgebloeide bloemen en afgevallen bladeren, vooral in de herfst, echt moest opruimen. Erik wees me erop, dat een tuin geen museum is, maar een levend geheel. Hij spoorde me aan om het meer zelf z’n gang te laten gaan. Bladeren en dode bloemen, die zijn juist goed voor de grond, als compost. En het staat eerlijk gezegd veel mooier dan een netjes aangeharkte tuin waar niets in ligt. Erik had gelijk, we maken het vaak te doods, te netjes, kaal… maar een tuin moet leven. Erik zelf leeft helaas niet meer, hadden jullie dat al gehoord? Hij is kort geleden bij een ongeluk overleden.”

“Ja, we hebben een berichtje van Huib via de mail gekregen, een soort digitale rouwkaart,” bevestigde Cees, “heftig voor jullie!”

“Ja, dat was het zeker,” antwoordde Sjaak, “Annerieke en Huib hebben er samen de schouders onder gezet om het pensionwerk gewoon door te kunnen laten gaan. Een heftige tijd! Gelukkig hebben ze Margreet een paar weken geleden in dienst genomen, een leuke jonge vrouw die het werk vanaf het begin knap oppakte. Maar goed, wat sta ik te praten. U bent hier voor vakantie, niet voor een uiteenzetting over ons werk! Ik hoop dat u hier een fijne tijd krijgt. Jullie weten het he, je mag gerust over het hele landgoed wandelen.” Sjaak grinnikte: “Officieel is het helemaal geen landgoed, maar voor ons is het gewoon ons landgoed!”

Cees en Sita lachten, en wandelden verder, Sjaak verbaasd achterlatend, verbaasd omdat hij aan deze mensen, die hij nog maar één keer een vakantie had meegemaakt, zomaar een heel verhaal verteld had. “Sjaak,” mompelde hij tegen zichzelf, “je verandert man, je wordt vrijer. En dat voelt eigenlijk niet verkeerd, integendeel…”

Of naar de Inhoudsopgave

Maak jouw eigen website met JouwWeb