Hoofdstuk 154.

De nieuwe tortelduifjes

Niemand keek er bij het avondeten van op, dat Simon ook aanschoof. Het voelde alsof het altijd al zo geweest was. Simon was de enige die zich wat onwennig voelde, of eigenlijk meer verlegen. In overleg met Annerieke had hij vanmorgen besloten rustig aan zijn spullen naar haar huis te verhuizen, en bij haar in te trekken. Maar hoe zouden de jongelui dat ervaren?

Hij wilde het hen vertellen en wilde daar niet mee wachten, maar hij vond dat razend spannend. Hij schraapte zijn keel en vroeg even de aandacht: “Jongelui, ik moet even storen hoor, ik wil jullie wat vertellen. Annerieke en ik… nou ja, wij… wij houden van elkaar en we hebben besloten om samen verder te gaan, niet ergens in de toekomst, maar nu al. Ik bedoel, dat we besloten hebben, dat ik bij haar intrek. Ik heb vast wat koffers ingepakt en meegenomen, de rest komt wel. Eén van de slaapkamers kunnen we inrichten als mijn werkkamer, zodat ik van huis uit kan werken. Jullie zitten dus voortaan hier aan tafel ook met mij opgescheept! Nou, dat wilde ik jullie vertellen, ik dacht dat jullie dat wel wilden weten.”

Tijdens het spreken had hij door zijn spanning en uit verlegenheid naar zijn handen gekeken. Toen hij klaar was, keek hij op, onzeker over hoe hun reactie zou zijn. Die werd hem direct duidelijk toen hij de kring rond keek: alleen maar blije, lachende gezichten.

Huib nam het woord: “Ik vermoed dat ik namens ons allemaal spreek, dat dit goed nieuws is Simon. Ik zie dat mijn moeder straalt, en dat heb jij op je geweten! Jij maakt haar gelukkig. Dat is toch geweldig?”

Simon keek naar Annerieke, zag dat ze inderdaad straalde. Zijn eigen gezicht veranderde, er kwam ook bij hem een stralende lach op.

“Dank je wel Huib, ik straalde zelf ook van geluk, maar alleen van binnen. Jouw woorden maken dat ik nu ook van buiten kan stralen. Ik voel me een bofkont…” vervolgde hij, ineens geëmotioneerd, terwijl Annerieke haar hand op zijn hand legde en er zachtjes in kneep. “Ik heb me zoveel jaren een nul gevoeld. Ik ben er altijd van overtuigd geweest dat geen enkele vrouw ooit van mij zou kunnen houden. En moet je nou zien, een geweldig lieve vrouw hier, met een geweldig stel jongelui erbij… ik voel me… ik… hoe moet ik het zeggen, het is allemaal zo overweldigend. Ik ben onwijs dankbaar, en heb gewoon te weinig woorden om uit te drukken hoe ik me voel.”

Simon stond op en omhelsde Annerieke: “Dan maar zonder woorden!”

Iedereen lachte, genietend van hun geluk!

.

Na de maaltijd ging Huib even naar zijn moeder toe. “Mam, Lisa en Sjaak zouden vanavond bij ons een film komen kijken, maar omdat die film nogal intens is, en misschien veel oproept, hebben we besloten om zo meteen al te beginnen. Wij komen dus niet hier koffiedrinken vanavond. Voor onze nieuwe tortelduifjes ook wel even prettig,” plaagde hij haar, terwijl hij haar even in haar wang kneep. “Zonder dollen, ik ben echt blij voor jullie, blij met jullie samen. Het voelt goed, compleet, het voelt ook echt niet akelig naar pa. Hij zou hier ook blij mee zijn, zeker weten. En dan nog wat anders: mag ik vast onze taartpunten meenemen?”

“Ik dacht al dat je het nooit zo vragen,” lachte Annerieke. Ze pakte de taart uit de koelkast en een broodmes uit de la, sneed de taart in vieren en schoof een kwart op een bord. “Neem het zo maar mee, als geheel, dan vallen ze tijdens je wandelingetje niet om. Ik ben trouwens blij met jullie reactie op wat Simon vertelde. Dat was voor ons allebei een fantastische bemoediging, al denk ik dat we die niet echt nodig hebben, maar toch, het is goed als onze lieve kinders zo blij met ons zijn. Fijne avond Huib, heb een goeie tijd samen!”

“Dank je mam, jullie ook!”

Of naar de Inhoudsopgave