Hoofdstuk 105.

Vernieuwde vriendschap

Annerieke had Elly gevraagd om samen met de hele club koffie te komen drinken in de keuken van het pension. Als ze dan klaar was met opruimen, zouden ze samen naar haar huis gaan.

Elly vond het leuk om iedereen weer te zien.

“Hoe is het met de zwangerschapsperikelen, Margreet?”

“Die zijn er niet meer, dat was maar net twee dagen of zo, en in die dagen was het ook niet ernstig. Als ik niet beter wist, zou ik gaan twijfelen of het toch niet een virusje geweest was of zo. Vanmiddag waren we trouwens in een restaurant…” Ze vertelde blij over de bevestigingen die ze had gekregen over haar relatie met Huib en over de baby.

Elly keek haar verbaasd aan: “Hoe kon die peuter dat weten? Die pizzabakker kan ik nog een beetje begrijpen, die heeft mensenkennis, maar zo’n klein meidje…”

Huib reageerde: “Het heeft eigenlijk niet te maken met mensenkennis, met ervaring of met leeftijd, het is iets dat ze vanuit hun binnenste weten. Het is dus niet iets van het hoofd, het verstand, maar van hun ziel.”

Elly knikte bedachtzaam. Ze kende het wel van Annerieke en Erik, maar was er zelf nog niet heel vertrouwd mee, in elk geval nog niet in haar dagelijks leven. Het enige waarin ze het echt herkende waren de plaatjes die ze soms kreeg, als het om iets creatiefs ging, zoals in de kinderkamer van Huib en Margreet. “Ik zou zoiets ook wel willen, meer willen leren hoe je die dingen voelt en weet.”

Annerieke legde haar hand op Elly’s hand: “Hoe meer je emotionele verwondingen genezen, hoe meer je gaat weten en voelen vanuit je ziel. Dan komt het vanzelf, echt waar!”

Samen genoten ze van de mokkataart die Annerieke gemaakt had en die Margreet, inmiddels met het gemak van een ervaren serveerster, had uitgedeeld. Zowel in de woonkamer, waar Annerieke vanwege Margreets ouders het uitdelen tijdens deze midweek voor haar rekening nam, als in de keuken waren de reacties laaiend enthousiast.

Margreets moeder hield zich opvallend stil. Het leek wel alsof ze door begon te krijgen dat ze in dit pension met haar gescheld niets bereikte, alsof de mensen hier er immuun voor waren.

.

Annerieke en Elly liepen gearmd, zoals ze vroeger ook vaak deden, naar huis. “Ik ben zo blij dat ik hier weer kan zijn. De rust hier, de vrede… en de tuin als altijd prachtig!”

Annerieke glimlachte blij: “Ja, zo is het hier inderdaad, en ik ben blij dat je terug bent, echt waar!” Ze drukte Elly’s arm even stevig tegen zich aan.

In huis, bij een groot glas thee, deelde Elly met Annerieke de ontdekkingen die Martin en zij de avond ervoor gedaan hadden over de vloeken die de bijbel en de kerk over de relaties van man en vrouw gebracht hadden.

Annerieke luisterde, met haar hart, en besefte hoe moeilijk Elly het altijd gehad had. “Ik heb er nog nooit eerder zo naar gekeken, nooit beseft dat religie de samenleving zo had beïnvloed. Het zal met de meeste andere religies niet veel anders zijn, denk ik. Maar wat ben ik blij voor je dat er bij jullie een ommekeer gekomen is. Jullie zijn echt een goed pad ingeslagen. Als Martin wil, kom dan ook gerust eens samen. Of misschien bij de jongelui. Zou je dat zelf prettig vinden?”

Elly twijfelde: “Misschien, anders later, ik weet niet zo goed. Het is allemaal nog zo pril, heel mooi hoor, maar zo nieuw, nog in de kinderschoenen.”

“Moet het eerst helemaal perfect zijn, voordat je samen op pad gaat?”

Elly keek haar geschokt aan: “Auw, dat is een pijnlijke prik Annerieke, je raakt daar een heel gevoelige snaar. Weet je dat ik me naar Erik en jou altijd geschaamd heb over mijn relatie met Martin? Jullie hadden het veel beter samen dan wij… alsof het mijn verdienste geweest zou zijn als het bij ons ook zo goed was geweest! Maar goed, schaamte voor iets dat nog niet op orde is, dat is wel een hot item. Ik zal het met Martin overleggen of hij samen bij jou wil komen buurten. En Lisa en Margreet… hij mocht hen wel, misschien vindt hij het ook leuk om met hen en hun mannen op te trekken.”

Annerieke spoorde haar nog een beetje verder aan: “Ook al zijn ze jonger, ze zijn best wijs, leven al best veel vanuit hun binnenste. Daar komt die wijsheid vandaan. Het samenzijn met zulke mensen helpt jou en Martin ook bij je genezing. Alleen al door het samenzijn zelf, ook als ze je geen helpende informatie geven.”

“Dat kan ik me wel voorstellen,” zei Elly, “alsof je een boost krijgt van hun aanwezigheid. Ze krikken je op, alleen al door wie ze zijn, zoiets."

Annerieke knikte: “Zoiets ja.”

Ze deelde op haar beurt, dat het binnenkort weer een drukte op het terrein zou zijn met bouwlieden. Ze vertelde over de plannen van de beide jonge stellen.

“Komt Simon de boel weer aanzwengelen, net als toen de huizen van Huib en Sjaak gebouwd werden?”

“O weet je dat nog?” Annerieke keek Elly blij verrast aan. “Ja, Huib heeft Simon vandaag gebeld, hij komt morgen met de jongelui overleggen, hun schetsen en wensen bekijken. Ik vind het leuk, hij is daar goed in, en hij is een vriendelijke man, zo lekker makkelijk in de omgang.”

“Geen rokkenjager hè, zoals veel bouwvakkers en stratenmakers zich voordoen. Als ik me goed herinner, deed hij niet aan zulke flauwe dingen.”

“Klopt,” zei Annerieke, “naar mij was hij altijd heel voorkomend. Nooit iets wat ik als minachtend of verleidend ervaren zou hebben. Daarom kijk ik er ook naar uit. Hij was gewoon een fijne man, een goeie vriend van Erik. Hij had tegen Huib gezegd dat hij het de komende maand niet druk had, hij zou wel wat mannen optrommelen om hier aan de slag te gaan.”

.

Na deze ouderwets gezellige vriendinnenavond stapte Elly blij in de auto. Nee, Annerieke had niet echt tips voor Martin en haar gehad, maar ze voelde zich wel… ja… opgekrikt! Ze lachte voor zich uit, en ze hoopte dat Martin ook zin zou hebben om samen een keer naar Annerieke of de jongelui te gaan.

Naar hoofdstuk 106. Afscheid

Of naar de Inhoudsopgave

Maak jouw eigen website met JouwWeb