Elly was moe van de dag. Haar bezoek aan Margreet en Lisa en haar ontmoeting met Annerieke hadden veel in haar losgemaakt. Herinneringen aan haar eigen moeizame zwangerschappen en zware bevallingen. Haar contacten met Annerieke, en via haar ook met Erik. Het ervaren hoe anders de relatie van Annerieke en Erik was, en pijnlijk voelen hoe zij dat echte contact met Martin niet had, maar er wel naar verlangde.
Ze herinnerde zich die dag nog goed waarop ze besloot alles te geven. Ze wist niet hoe, maar ze deed haar best. En dat werd steeds meer haar leven: haar best doen… en zichzelf voorbij lopen. Mensen behagen was altijd al een valkuil voor haar geweest, en zelfs in haar huwelijk was ze daar met open ogen in gelopen. Ze had er zo naar verlangd, dat Martin haar zou zien, haar echt zou zien.
O ja, op zijn manier hield hij van haar, daar was ze altijd van overtuigd geweest. Net zoals zij van hem hield. Maar toch, ze had gevoeld dat ze het meest wezenlijke misten. Wat Lisa had gezegd, over twee zielen die als magneten aan elkaar geklonken waren. Ze wist zeker dat die connectie er wel was, maar verborgen zat onder zoveel overtuigingen en verwondingen. Daardoor had Elly die zielsconnectie nooit zo ervaren als ze bij Erik en Annerieke gezien had, en juist daarnaar hunkerde ze zo.
.
“Ik ben moe,” zei ze halverwege de avond tegen Martin, “ik zou al wel naar bed willen. Vind je het niet vervelend als ik nu al ga?”
Ze voelde zelf al dat er iets wrikte in die vraag. Waarom zou ze niet gewoon naar bed mogen gaan, flitste het door haar heen. Ze realiseerde zich dat zo ongeveer haar hele handelen afgestemd was op wat zij dacht dat Martins wensen zouden zijn.
Martin keek op: “Vervelend? Welnee, ik ga met je mee!”
Hij was ook moe. Hij wist niet hoe hij er met Elly over moest beginnen, maar het had hem sinds het bezoek van Margreet en Lisa zo bezig gehouden, dat hij Elly niet als zijn soulmate gezien had, dat er iets bezitterigs in zijn houding naar haar gezeten had. Hij besefte, dat zijn leven tijdens hun huwelijk meer om hemzelf gedraaid had, dan om haar en hen samen. Hij vond het verschrikkelijk om te ontdekken, om dit aan zichzelf te bekennen. Maar hij wilde eerlijk zijn en hierin naar Elly veranderen. Hij wist alleen nog niet hoe.
.
Met een kus wensten ze elkaar een goede nacht. Elly draaide zich om en ging op wat ze noemde ‘haar slaapzij’ liggen, met haar rug naar Martin toe. Martin lag achter haar, keek naar haar bruine krullen op het kussen. Zo’n vertrouwd uitzicht, maar toch voelde het onbekend. Net zoals vanavond, toen hij heel even in haar bruine ogen gekeken had, haar prachtige bruine ogen. Hoe vaak had hij daar echt in gekeken, om haar te zien? Zelden… nooit… nee, nooit echt!
Hij stak zijn hand uit en begon met haar krullen te spelen. Elly lag doodstil, als versteend. Wat was dit? Waarom deed Martin dit?
Ze voelde, dat zijn hand richting haar wang ging, hoe hij haar streelde. Het voelde heerlijk op haar huid, maar van binnen schokte het haar, verbijsterde het haar.
Zijn hand ging langs haar hals naar haar schouder. Hij streelde haar schouder, haar bovenarm. Hij streelde haar rug, net zolang totdat hij voelde dat ze haar spieren iets ontspande.
Martin kroop naar haar toe, ging tegen haar aan liggen. Niet strak, niet duwend, alleen ontspannen. Zijn hand gleed over haar arm, over haar zij naar haar heup en bleef daar stil liggen.
“Elly, lieverd, ik weet niet zo goed hoe ik het moet zeggen, maar ik wil het wel heel graag aan je vertellen. Die twee vrouwen he, Margreet en Lisa, hun verhaal heeft zoveel in me los gemaakt en me aan het denken gezet. Weet je dat ik me eigenlijk nooit afgevraagd heb, hoe het werkelijk met jou gaat? En hoe jij je in ons huwelijk voelde? Ik heb zelfs werkelijk geen idee hoe jij je voelt als we vrijen. Al die dingen, Elly, daar baal ik verschrikkelijk van. Ik heb je zo tekort gedaan, ik heb je eigenlijk gewoon helemaal niet gezien. Weet je wat mijn grootste verlangen is voor de komende tijd? Jou echt leren kennen. Ik wil ontdekken wat jij fijn vindt in onze relatie, in het vrijen, maar ook in alle alledaagse dingen. Ik wil weten wie mijn lieve vrouw is…
Verdorie, dit is zo erg, we zijn al zo lang getrouwd, en het beeld van jou als vliegende kiep die overal voor zorgt, is mijn enige overduidelijke herinnering aan al die jaren! Ik wil dit niet langer Elly, ik wil er voortaan voor jou zijn, ik wil je kennen, een echte diepe relatie met je krijgen. Ik wil je helpen te worden wie je werkelijk bent. Zie jij dat nog zitten? Na zoveel jaren… Durf je die stap met mij aan?”
Elly draaide zich naar hem om, keek hem met grote ogen vol tranen aan. “Lieverd, ik wil niets liever. Dit is precies waar ik altijd zo naar verlangd heb. Ik was altijd jaloers op Annerieke. Erik kende haar echt, en zij kende hem echt. Zij waren twee personen, maar ze leken wel één persoon. En ik was zo jaloers, ik wilde dat ook met jou. Ik heb toen een keer besloten dat ik alles op alles zou zetten om er voor jou te zijn. Mijn verlangen ging zo naar jou uit. Ik wilde alles voor jou doen, alles voor jou zijn. Maar ik wilde ook zo graag dat jij mij zou zien. En verdikkeme, ik heb zo mijn best gedaan, maar het werkte niet. Het was alsof ik tegen een muur botste, en ik wist niet wat voor muur het was en wat ik er aan kon doen. Ik gaf mezelf de schuld, ik deed het vast niet goed genoeg. En zo werd ik een Assepoester, een slaaf. Een vliegende kiep. Dat was ik inderdaad, en ik was continu op jou gericht, verlangend om jouw bevestiging te zien, jouw liefde te zien. Maar ik zag het niet, en ik begreep er niets van. Wat deed ik in vredesnaam verkeerd? Ik dacht dat je me verachtte en deed nog beter mijn best. En ik bleef maar naar jou verlangen…”
Ze zag dat nu ook bij Martin de tranen in zijn ogen stonden. “Dat is het precies, wat ik gezien heb, ook dat smekende verlangen van je. En het rotte is, dat ik het niet met mijn hart herkende. Ik zag alleen de slaaf, en ik besefte niet dat er iets niet klopte, bij jou niet, maar zeker ook bij mijzelf niet.
Jouw verlangen, dat ging naar mij uit, zoiets zei je. En die woorden raakten me, want ik ken die woorden, ze staan in de bijbel. Het is geen positieve tekst, geen fijne tekst. Het is een vloek uit het begin van de bijbel. Je kent het verhaal toch wel, van de schepping en de zondeval?”
Elly knikte. Martin was christelijk opgevoed, was nogal strikt aan de bijbelse normen gehouden. Zijzelf niet, maar ze kende wel veel verhalen uit de bijbel. “Ja, die verhalen ken ik wel, maar ik weet niet wat het met dat verlangen te maken heeft.”
“Nou, na die zondeval sprak god een vloek uit over de mensen. Ik weet het nog precies, wat hij tegen de vrouw zei:
“Ik zal uw moeite in uw zwangerschap zeer groot maken,
met pijn zult u kinderen baren.
Naar uw man zal uw begeerte uitgaan,
Maar hij zal over u heersen.”
Elly schrok: “Joh, het lijkt wel alsof die god die vloek over ons beiden heeft uitgesproken. Weet je nog hoe beroerd ik me voelde tijdens de zwangerschappen? Ik was kotsmisselijk en had zo’n moeite om op de been te blijven, pijn in mijn bekken, pijn in mijn buik! En die bevallingen, zo zwaar, zoveel pijn! En die begeerte naar jou, mijn verlangen naar jou, zo herkenbaar. En jij zou heersen over mij… nou, dat valt denk ik nog wel mee. Zo erg was het gelukkig niet!”
Martin schudde zijn hoofd, keek haar recht in haar ogen terwijl hij haar streelde over haar mooie krullenbol. “Dat valt helemaal niet mee, en dat vind ik dus zo erg. Als het voor jou nodig was om je te gedragen als mijn slavin, dan heb ik dat veroorzaakt door een soort heerser over jou te zijn. Zonder meester, zonder heerser bestaat er geen slaaf. Nee, ik kan me niet herinneren dat ik je bevelen heb gegeven, dat niet, zo’n heerser was ik niet. Maar een heerser heeft geen hart voor zijn slaven, en dat herken ik wel in mezelf. Ten diepste had ik geen hart voor jou, ik zag jou niet echt, ik zag niet wie je was, ik zag niet wat jij graag wilde, ik zag niet wat je nodig had, wat je nodig had van mij…
Ik dacht eerst dat het misschien kwam door het rangverschil bij de politie, dat ik je daardoor meer ervaarde als een ondergeschikte of zo, maar het komt vooral uit dat christelijke geloof, uit de bijbel, uit de kerk die die vloek van god over de mensen verspreid heeft. Ik geloof er al lang niet meer in, dat weet je wel, maar ik blijk nog wel op een bepaalde manier in dingen van dat geloof vast te zitten.
Nog zoiets, uit de bijbel leer je dat dingen of goed of fout zijn. Als je iets goed doet, krijg je een pluim, een beloning, een bevestiging. Maar o wee als je iets fout doet, dan krijg je straf.
Toen Lisa me verteld had over die man van wie ze wil scheiden, toen dacht ik bij mezelf: hoe komt die man zo verknipt, dat hij zijn vrouw zo misbruikte? En toen kwam direct de volgende vraag in me naar boven: hoe komt het dat ik mijn eigen vrouw geen liefde laat ervaren? Het voelde als fout, ik voelde me schuldig, en ik schaamde me. Maar nu besef ik dat dat geloof gewoon nog helemaal door mijn systeem heen zit, ik handel naar wat ik weet, naar wat ik ken, als een marionet die aan die christelijke god vast zit. Het zit zo door mijn systeem heen, dat ik er echt aan vast zit. Ik weet niet anders. Maar ik wil wel anders.
Dat bezoek van die jongedames heeft iets van binnen losgemaakt. Weet je dat ik dat zelfs letterlijk in mijn buik gevoeld heb? Toen zij vertelden, leek het wel alsof er in mijn buik iets los getrokken werd, een draad met iets van een haakje eraan. Het deed niet echt heel pijn, maar het was wel even akelig, alsof er iets door me heen schraapte. En daarna was ik in staat mezelf onder de loep te nemen. Dat heb ik nog nooit gekund!
Nou ja, fraai verhaal, maar ik weet dus nog steeds niet hoe ik kan veranderen. Ik weet alleen dat ik het graag wil. Wil jij me helpen Elly?”
Elly lachte kort: “Jawel, dat wil ik graag, maar… ik heb het zelf ook. Dat slavengedrag van mij, dat is in mijn kindertijd al begonnen. Ik wist niet beter dan dat ik alles moest doen om het iedereen naar de zin te maken. Vreselijk vond ik dat, want ik wist niet altijd wat mensen prettig vonden. En mensen waren zo verschillend, dus wat de ene prettig vindt, vindt de ander niet fijn. Het is mijn leven lang al een strijd geweest. Een perfecte voedingsbodem waarin ik tijdens ons huwelijk uit kon groeien tot een Assepoester…
Ik wil ook heel graag anders Martin, maar ik weet ook niet hoe. Het Assepoestertje in mij is bang, bang om dingen verkeerd te doen, bang om jou verdrietig of misschien zelfs boos te maken. Hoe moeten we daar nou mee verder?”
“Pfff, geen idee! Het idee alleen al, dat jij bang voor mij geweest bent… Ik weet niet hoe ik je angst kan genezen, ik denk niet dat ik daartoe in staat ben. Wat denk je, hebben we iets als relatietherapie nodig?”
“Ik moet er niet aan denken! Laten we het alsjeblieft eerst samen proberen. Weet je wat ik denk? Ik denk dat dit soort gesprekjes heel belangrijk voor me zijn, en misschien ook wel voor jou. Ik denk dat het belangrijk is dat we in onszelf ontdekken wat we moeilijk vinden, en dat we dat met elkaar delen. Niet als beschuldiging, al zal het misschien wel eens zo voelen. Ik denk dat het klopt dat we allebei vast zitten in dingen die in onze kinderjaren ontstaan zijn. En ik wil niet vast zitten, ik wil vrij zijn!
Weet je wat ik vanmiddag ervaarde in het kinderkamertje van Margreet en Huib? Ik zag een muurschildering. Eerst heel groot het woord VRIJHEID. En daarna vervaagde dat en werden het allemaal vogels en vlinders, heel fleurig, heel blij en vrij! En ik mag die muurschildering daar gaan maken. Ik wist, dat dat een oude droom was die naar boven plopte. Ik voelde het.
En ik wil ook naar jou toe voelen, leren voelen wat er onder de oppervlakte zit, of achter die muur. Leren voelen wat er werkelijk mis is, en vooral wat er goed en fijn is. Ik wil zoeken naar mijn binnenste, en naar jouw binnenste. En ik denk dat ik jou daar heel hard bij nodig heb, als ruggensteun en ruggespraak. En ik denk dat dat andersom ook zo is, denk je niet?”
Martin knikte, nadenkend. “Ja, we hebben in de eerste plaats elkaar nodig. Zoeken naar ons binnenste, dat klikt wel bij mij. Laten we er maar gewoon doorheen gaan, steeds naar elkaar terugkoppelen wat er gebeurt, wat we voelen en zo.”
Maak jouw eigen website met JouwWeb