Hoofdstuk 54.

Margreet gaat door

Margreet haalde het bed van de vrijgekomen gastenkamer af en zette de wasmachines aan het werk. Ze hing de was van de handdoeken op en ging weer naar boven. Ze had aardig in gedachten wat ze wilde doen, wat handig was: het bad waarmee ze bezig was geweest toen Henk haar overviel, verder schoon maken, de gastenkamer klaar maken voor de nieuwe gasten, het bed op zolder verschonen en de kamer aan kant maken voor Lisa. Het beddengoed van zolder zou ze vanmiddag of morgen wel in de was doen, dat had geen haast.

Straks koffie drinken met Annerieke en Sjaak, en als het mee zat, zou ze voor de lunch nog even naar de kringloopwinkel kunnen. Het was best veel, maar de beide kamers waren niet echt vies, dus het zou geen zware, grote klus zijn.

Ze werkte vlot door, riep zichzelf soms tot de orde dat ze zichzelf niet hoefde op te jagen, dat ze het op een rustige manier vlot mocht doen. Dat vond ze ten diepste het lastigste, ze was van huis uit gewend zichzelf met de zweep te geven om zo snel en zo goed mogelijk te werken.

Nee, ontspannen werken… dat lukte nog niet altijd… Ze was daar soms jaloers over op Annerieke, die veel voor elkaar kreeg, maar altijd op een ontspannen manier bezig leek te zijn.

Terwijl ze aan het werk was, gingen haar gedachten regelmatig naar wat er in de badkamer voorgevallen was, naar wat Henk gedaan en gezegd had. Steeds weer opnieuw voelde ze de angst die ze gevoeld had toen hij haar greep en zo woest begon te zoenen. En haar woede, haar intense woede over wat hij over Huib gezegd had. Ze had direct gevoeld hoe hij met zijn woorden Huib besmeurd had! Huib behandelde haar zo totaal anders dan hij! Elke keer als haar gedachten weer naar Henks woorden gingen, werd ze er weer kwaad om.

Toen ze klaar was, had ze nog een uur voor lunchtijd. Ze stapte in haar auto met een doos naast zich. Daarin zou ze haar vaasjes mee kunnen nemen. De laatste keer had ze een grote verzameling glazen vazen gezien, met een vrij smalle bovenkant. Daar zouden best twee takken van de Hortensia in kunnen!

Ze liep de winkel binnen met haar doos en zette die in een winkelkarretje. Ze groette de medewerkster die ze tegenkwam, en liep regelrecht naar het schap waar ze de vazen had gezien. Ze waren er nog allemaal. Ze bedacht dat ze nog niet eens geteld had hoeveel ze er nodig had…Ze ging in gedachten het pension langs, pakte vijf vazen voor de gastenkamers, vervolgens acht voor de vensterbanken van de woonkamer en van de eetkamer. En toen nog een paar extra, voor het geval ze een raam vergeten was of er in de toekomst een vaas zou sneuvelen.

Ze keek om zich heen, niet precies wetend wat ze zocht, maar ergens aanvoelend dat er nog iets was. Haar oog viel op twee grote vazen, van die vazen die je niet op een vensterbank of een tafel zette, maar ergens in een hoek op de grond. Ze waren mooi beschilderd, in verschillende lila- en blauwtinten. Margreet grijnsde, dit had ze niet verwacht, maar ze wist meteen waar ze die vazen neer wilde zetten. Eén in de hal beneden, in een lege hoek, waar hij prachtig tot zijn recht zou komen en één in een loze hoek op de overloop van de eerste etage. Ze vond de vazen zo mooi, dat ze besloot dat ze ze alvast leeg op die plekken neer zou zetten. Zelfs leeg zou het een geweldige decoratie zijn! En als de Hortensia’s helemaal uitgebloeid en gedroogd waren, zouden ze een prachtige plek in die vazen krijgen!

Ze keek nog even rond, misschien vond ze nog iets voor thuis. Maar ze besloot al snel dat ze nergens een klik mee had en ging naar de kassa. De medewerkster daar was verrast door de grote hoeveelheid vrijwel identieke glazen vazen en dan nog die twee grote erbij. “Ga je je huis met bloemen vullen? Dat zal er gezellig uit gaan zien!”

“Nee, niet mijn eigen huis,” antwoordde Margreet. “Ik werk in het pension net buiten het dorp, pension Bloemenhof. Ik ga een restje zomer naar binnen brengen.” En ze vertelde over haar Hortensia-plan.

“Dat is een gaaf idee! Werk je daar al lang?”

“Nee, nog maar twee weken, en ik heb het er prima naar m’n zin!”

“Fijn voor je!”

Nadat Margreet betaald had en haar kleinere vazen in haar doos had gedaan, riep de medewerkster een collega, die de kassa even van haar overnam, zodat ze zelf Margreet kon helpen met de grote vazen.

Alles stond in de auto, klaar voor vertrek, maar de vrouw legde haar hand nog even op de schouder van Margreet. “Je zult het misschien wel gek vinden wat ik ga zeggen, maar jij… jij hebt iets speciaals. Ik voel dat je echt bent, niet gekunsteld, niet gemaakt vriendelijk, maar echt. Ik hoop je vaker te zien, hier of in het dorp en ik wens je veel geluk bij Bloemenhof!”

Margreet was verrast: “Dank je wel, dat is echt leuk om te horen. We zien elkaar hier vast nog wel weer, ik vind dit een gave kringloopwinkel, geen ouwe troep, maar mooi tweedehands spul. Dus tot een volgende keer!”

Margreet sjouwde de doos en de grote vazen naar de wasruimte. Ze wilde ze schoon gaan maken, maar kwam al snel tot de conclusie dat dat niet eens nodig was. Ze zette de grote vazen alvast op de plekken die ze in gedachten had. Een blik op haar horloge vertelde haar dat het bijna tijd voor de lunch was. Ze had alleen nog tijd om de glazen vaasjes in de eetkamer en de woonkamer te zetten. Daarna liep ze met de doos naar boven en zette de doos met vaasjes zolang in de werkkast.

Naar hoofdstuk 55. Zoveel pijn

Of naar de Inhoudsopgave

Maak jouw eigen website met JouwWeb