Die middag belde Margreet de politie. Ze maakte een afspraak voor maandag. Daarna liep ze naar boven om het even aan Lisa, die haar spullen aan het opruimen was, te vertellen. “Maandag om half twee moeten we op het politiebureau zijn, en als je er zin in hebt, zouden we daarna naar de kringloopwinkel kunnen gaan.”
Lisa knikte dankbaar: “Klinkt goed, laten we dat doen!”
“Ik ga nu naar buiten, de tuin in om her en der wat mooie Hortensiatakken af te knippen. Als je zelf ook bloemen in je vensterbank wilt, mag je ze gewoon knippen of plukken. Overleg maar met Sjaak, hij maakt je wel wegwijs. In de werkkast op de gastenverdieping heb ik de doos met vaasjes neergezet, daar kun je er ook gerust een paar van gebruiken. O ja, ik bedenk nu ineens dat je hier al als gast bent geweest. Je kunt op die etage gebruik maken van de badkamer en het toilet. En hiernaast, op de overloop is een wasbak. Ik hing daar altijd een handdoek en een washandje op, en een vaatdoek. In de kringloop had ik een glazen fles met zo’n leuk stop-dopje erop gekocht, en een spuitfles. Die had ik allebei gevuld met schoonmaakmiddel uit de werkkast. Als ik dan eens een ijverige schoonmaakbui zou krijgen… Daar is het uiteindelijk niet van gekomen, ik heb hier maar zo kort gewoond. Die flessen heb ik naar ons huis meegenomen, maar als je wilt, zou je in de kringloopwinkel ook zoiets kunnen kopen. Maar je kunt natuurlijk ook in de werkkast pakken wat je nodig hebt op het moment dat je wilt poetsen. Kijk zelf maar, wat je handig vindt.”
“Ik zal er eens over nadenken,” zei Lisa. “Dat idee van wat bloemen in de vensterbank vind ik wel heel leuk. Vind je het goed als ik met je mee ga naar de tuin? Dan ruim ik later wel verder op.”
“Natuurlijk, juist gezellig, dan struinen we daar samen wat rond,” lachte Margreet.
Ze liepen de trap af. Margreet trok de werkkast even open en wees haar op de vaasjes, de vaatdoeken en de schoonmaakmiddelen.
“Weet je zeker dat Annerieke het goed vindt als ik daarvan gebruik?” vroeg Lisa.
“Ja hoor, volgens mij wel. Maar je kunt het haar natuurlijk nog even vragen. Maar ik weet dat ze het liefst wil dat je je hier thuis voelt, en dat houdt voor haar ook in dat je pakt wat je nodig hebt. Vraag het haar maar, dan weet je het zeker!”
“Maken jullie hier vaak schoon?”
“De gastenkamers maken we standaard schoon als de gasten weer naar huis gaan. En van de gasten die langer dan een week blijven, maken we ze tussendoor, meestal op zaterdag nog even schoon. Dat is geen groot werk hoor, ik vind het erg meevallen. Ik was na een paar keer aan de routine gewend. En jouw kamer, ga daar maar geen werk van maken, hou het een beetje bij. Annerieke zei vanmorgen nog, toen jullie je spullen aan het ophalen waren: stof afnemen moet je alleen doen als het echt nodig is. Natuurlijk ligt dat bij de gastenkamers iets anders, maar in je eigen kamer kun je daar lekker je gemak van nemen. Je leeft niet om schoon te maken, maar je houdt het een beetje bij om er prettig in te kunnen leven, zoiets…”
“Ik snap wat je bedoelt, maar net als jij heb ik mezelf dus ook altijd opgejaagd. Alles moest onberispelijk zijn. Ik was bang voor wat Henk zou kunnen zeggen, me op mijn kop zou kunnen geven, dus ik zorgde altijd dat alles spik en span was.”
“Naar hè, maar dat gaat wel verdwijnen Lisa, echt, het gaat mij al veel beter af. Soms hou ik mezelf voor waar het leven werkelijk om gaat, namelijk om wat ik graag doe, wat bij mij past. En elke overtuiging of emotionele verwonding die daar ook maar onder zit te klieren, is bezig te genezen. En dat merk ik nu al een beetje in mijn gedrag.”
Lisa knikte, voelde hoop. Ze pakte twee vaasjes uit de doos en zette ze op de zoldertrap. “Die neem ik straks wel mee naar boven. Zullen we nu de tuin in gaan?”
“Doen we! O wacht, ik heb iets nodig om mijn oogst straks in de doen.”
Margreet haalde de vaasjes uit de doos, zette ze op een vrije plek in de werkkast, en nam de doos mee naar beneden. “Ik ben er klaar voor!” lachte Margreet.
Lisa pakte beneden haar jas van de gastenkapstok. Margreet zag het en zei: “Ik heb mijn jas aan de kapstok in de wasruimte hangen, omdat ik die uitgang meestal gebruik, dat is het makkelijkst als ik naar de tuin of naar huis ga. Ik bedenk ineens, dat jij nu geen sleutels van het pension meer hebt. Vraag Annerieke daar straks even om.”
“Dat zal ik doen ja. De sleutel van de zolderkamer had je aan het haakje naast de kamerdeur gehangen, net als bij de gastenkamers. Ik had niet verwacht dat die kamer ook op slot zou kunnen. Ik ben blij dat dat wel kan!”
“Dat kan ik me voorstellen, dat vond ik ook.”
Ze liepen naar de wasruimte, waar Margreet haar jas aan trok. Toen ze naar buiten gingen, kwamen ze in de droogruimte, waar Lisa nog nooit geweest was.
“O wat heerlijk! Alles buiten drogen, ook als het regent!” riep Lisa verrast uit.
“Ja, echt wel, ik geniet er elke dag van, ik vind het heerlijk om het hier op te hangen!”
“Elke dag? O ja, de handdoeken en zo… je hebt er zo een stapel van bij elkaar!”
Margreet vertelde haar ook dat ze voor haar eigen kleren gebruik mocht maken van de wasmachine, en dat ze haar was ook in de droogruimte mocht hangen.
“Ik heb voor mezelf een paar van die leuke stevige rieten manden gekocht in de kringloopwinkel, voor mijn wasgoed en voor mijn breiwerk. Mijn wasmanden zette ik op zolder, gewoon op de overloop”
Lisa knikte: “Dat wordt dan mijn eerste wens om in die winkel naar te kijken.”
In de verte zagen ze Sjaak al bezig in de tuin. Margreet vertelde dat hij hier fulltime werkte en een eind verderop op het land een huis had dat Erik en Sjaak samen met een paar mannen uit het dorp gebouwd hadden.
“Ik ben er zelf nog nooit geweest, maar ik heb begrepen het een klein huis is, maar één etage. Sjaak vertelde me een keer, dat het makkelijk uitgebouwd kon worden als hij, zoals hij het zelf noemde, ooit de juiste vrouw tegen het lijf zou lopen.”
Lisa grinnikte om die uitdrukking: “Tegen het lijf lopen… Hij jaagt dus niet naar de juiste vrouw?”
“Nee, hij had tot voor kort zelfs niets met mensen in het algemeen. Met ons team, onze familie, voelt hij zich nu wel verbonden. Hij heeft mij ook eigenlijk best wel snel geaccepteerd. Maar onder de gasten zijn, vond hij altijd moeilijk.”
“Hij zal in het verleden ook wel akelige ervaringen gehad hebben,” dacht Lisa.
“Ja, hij schijnt veel gepest te zijn, en zich ook gewoon nooit op zijn gemak gevoeld te hebben in groepen. Hij is behoorlijk gevoelig en was altijd op zichzelf, dus ik ben blij dat hij sinds kort wel bij ons in de keuken koffie komt drinken en eten. Hij hoort er nu nog meer bij!”
“Fijn voor hem,” vond Lisa, “ik vind het zelf ook nog wel onvoorstelbaar dat jullie vinden dat ik er nu bij hoor, maar dat zal na verloop van tijd wel wennen.”
“Zeker weten!”
Margreet sloeg haar arm om Lisa’s schouders en Lisa deed hetzelfde bij Margreet. Ze lachten naar elkaar.
“Alleen dit al, dit is nieuw voor me, verrassend! Ik voel dat het leven komt, zoiets…”
“Daar ben ik blij om!” antwoordde Margreet.
“Ha, daar komen de jongedames van Bloemenhof!” verwelkomde Sjaak hen vriendelijk bij de plek waar hij aan het werk was. “Komen jullie mij van mijn werk houden of komen jullie me helpen?”
Margreet reageerde met een grijns: “Om eerlijk te zijn Sjaak, geen van beide! We komen bloemen plukken of knippen, ik in elk geval takken van de Hortensia. En ik wilde lavendel knippen om bosjes in de kast met handdoeken en beddengoed te hangen, maar ik bedenk nu dat de lavendel natuurlijk allang niet meer bloeit… Dat moet dan maar wachten tot volgende zomer, jammer!”
“Die Hortensia, als je er meer van wilt knippen dan laatst voor je eigen vaasjes, wil je dat dan verspreid doen? Ik bedoel, niet alles van één struik, maar her en der een tak? En die lavendel… jammer ja, maar… Ik heb in augustus een heleboel takjes lavendel afgeknipt en in de schuur van het pension te drogen gehangen. Neem er maar van wat je nodig hebt, er hangt meer dan genoeg!”
“Echt? Geweldig!” Margreet zette haar doos neer, liep naar Sjaak toe en gaf hem spontaan een kus op zijn wang. “Je bent een topper!”
Sjaak voelde zich behoorlijk overdonderd, en wreef verlegen met zijn hand over zijn wang alsof hij wilde voelen of die kus er nog zat. Lisa schoot in de lach toen ze het gebaar zag: “Je kunt hem niet wegvegen Sjaak, Margreet heeft hem erin gebrand.”
De vrouwen lachten toen ze de diepe frons in Sjaaks gezicht zagen. Toen schoot hij zelf ook in de lach. “Vrouwen? Mal ras!”
“Wacht maar Sjaak,” reageerde Margreet plagend, “als je de juiste vrouw tegen het lijf loopt… Dan vind je ons niet meer zo’n mal ras!”
Sjaak bromde wat, te verlegen om er nog wat tegenin te brengen.
“En ik zou voor de zolderkamer ook graag wat bloemen plukken of afknippen, is dat goed?” vroeg Lisa hem.
Sjaak knikte en ging weer aan het werk.
“Ik zal die takken ook her en der plukken, zoals je net over de Hortensia tegen Margreet zei. Dan krijg je geen kale plekken in de tuin.” Voegde Lisa er een beetje verontschuldigend aan toe.
“Ja, ja, da’s goed,” bromde Sjaak zonder op te kijken.
Lisa keek Margreet met een vragende uitdrukking op haar gezicht aan. Margreet gaf haar een knipoog. Ze liepen een eindje verder, tot ze zeker wisten dat Sjaak hen niet zou horen.
“Ik heb hem duidelijk in verlegenheid gebracht met die opmerking over de juiste vrouw,” fluisterde Margreet, “daardoor reageerde hij zo mal, denk ik.”
“Dat zal het wel zijn, ja…”
Grinnikend gingen de vrouwen aan de slag. Margreet legde de hortensia’s die ze afknipte in haar doos, terwijl Lisa haar bloemen in haar hand tot een mooi bosje vormde. Toen ze klaar waren, liepen ze nog even naar de schuur, waar ze verrast opkeken naar de touwen die van de ene naar de andere kant gespannen waren en waaraan bosjes lavendel te drogen hingen. Met de snoeischaar die ze uit het washok had meegenomen, knipte Margreet het aantal bosjes eraf dat ze nodig dacht te hebben en legde de bosjes op de Hortensiatakken. Met hun schatten gingen ze via de wasruimte het pension weer in.
“Ik ga meteen de lavendel ophangen en de Hortensiatakken over de vaasjes verdelen. Daarna ga ik kijken of ik Huib zo gek kan krijgen dat hij thee of koffie komt drinken. Hij is waarschijnlijk in zijn grote schuur bezig, hij maakt een prachtig bureau voor me. Hij heeft de neiging om maar door te gaan. Heb je zin om bij ons wat te komen drinken?”
“Lief van je om me uit te nodigen, maar ik denk dat ik beter een andere keer kom. Ik ga mijn spullen zo verder opruimen. Ik zag dat er op de zolderkamer een waterkoker stond, en een bakje theezakjes. Waren die nog van jou?”
“Ja, Huib zei dat ik die wel kon laten staan omdat hij die thuis ook wel had. Eerlijk gezegd ben ik vergeten de theezakjes terug te brengen naar de keuken, maar dat komt nu dan goed uit. Als je trek in koffie hebt, mag je dat in de keuken zetten. En nog wat, ik weet niet of je van lezen houdt?” Toen Lisa knikte, ging ze verder: “Annerieke heeft thuis heel veel boeken, en ze leent ze graag uit, vraag haar er maar naar. Je kunt haar ook bellen, haar telefoonnummer staat op het kaartje dat ik daar heb laten liggen. Ik heb alle nummers al in mijn mobiel gezet. Heb je verder nog iets nodig?”
“Nee, ik zou zo niet weten. O ja, hoe laat eten jullie altijd?”
Margreet somde de tijden op, die Lisa handig in haar mobiel zette. Ook voegde ze Margreets telefoonnummer toe aan haar contactlijst.
“Nou, dan ga ik maar, tot straks bij het eten!” zei Margreet, terwijl ze Lisa glimlachend aankeek.
“Ja, tot straks, enne… bedankt, je hebt me echt geholpen om me al wat meer op m’n gemak te voelen.”
Ze omhelsden elkaar kort. “Fijn om te horen Lisa!”
Lisa ging naar de zolder met haar bloemen en vaasjes, terwijl Margreet in de schuur eerst kleine spijkertjes en een hamer opzocht en toen op de eerste verdieping aan de slag ging. Op de overloop timmerde ze een paar spijkertjes aan de binnenkant van de deur van de linnenkast en hing daar de lavendelbosjes aan. Ze leken voldoende gedroogd, dus ze besloot dat de kastdeuren wel weer dicht konden. Frisse lucht zou er nog wel genoeg door de kieren komen.
Neuriënd pakte ze de vazen die ze voor de gastenkamers gekocht had en plaatste in elk twee Hortensiatakken. Ze vroeg zich af of er nog een derde tak bij kon. Ze probeerde het uit, maar merkte toen ze de eerste vaas in een kamer op de vensterbank plaatste, dat de bloemen dan in botsing zouden komen met de gordijnen. Ze besloot het daarom bij twee takken te houden. Ze nam de doos met de resterende takken mee naar beneden om ze te verdelen over de vazen die ze daar al in de vensterbanken neergezet had. Ze bekeek het resultaat van een afstand en was meer dan tevreden. Blij vertrok ze richting de schuur om Huib te zoeken.
Ze liep langs het bloemenperk waar Sjaak bezig was geweest. Ze zag hem niet meer, hij was zeker ergens anders aan ’t werk of nam ook even pauze.
Bij de grote schuur klopte ze aan en ging naar binnen. Huib was bezig met de versieringen, een precies werkje, en ging daarmee door zonder om te kijken. Hij wist wel dat Margreet achter hem stond, en was blij dat ze wachtte tot hij met dit stukje klaar was. Toen stond hij op en liep naar haar toe.
“Hoe gaat het met je?” vroeg hij terwijl hij haar zacht bij haar schouders pakte.
“Goed! Ja, eigenlijk verrassend goed. Misschien komt er later nog een reactie, ik heb geen idee. Ik heb Lisa net een beetje bijgepraat over wat ze nog moest weten over het wonen op zolder en deel zijn van onze familie. En daarna hebben we Sjaak op stang gejaagd en bloemen geplukt.”
Huib ontspande en keek haar vragend aan: “Sjaak op stang gejaagd?”
Margreet vertelde hem over de lavendel, dat ze Sjaak een zoen op zijn wang had gegeven en dat Lisa hem ermee geplaagd had. “Toen noemde hij ons, vrouwen, een mal ras, en zei ik zoiets als ‘wacht maar af tot je de juiste vrouw tegen het lijf loopt’. Die arme Sjaak, hij was er helemaal verlegen van…”
“Geweldig,” glunderde Huib, “laat hem maar een beetje wakker worden!”
“Huh? Wakker worden?”
“Hou hem maar in de gaten, ik weet bijna zeker dat hij binnenkort gaat ontdekken dat hij de juiste vrouw al tegen het lijf gelopen is.”
“De juiste vrouw?” Margreets gedachten vlogen alle kanten op. “Lisa? Bedoel je Lisa? Een andere vrouw kan ik niet bedenken…”
“Ik zag hem tijdens de lunch naar haar kijken, het leek alsof ik een vonk zag overspringen. Hij had het zelf volgens mij nog niet door. Dat ik het zag, was denk ik net zoiets als hoe Erik soms dingen zag en wist, alsof het uit het niets kwam opzetten.”
“Dat is wel bijzonder… ik ben benieuwd hoe dat verder gaat! Zullen we even pauze nemen om wat te drinken?”
“Yep, laten we dat doen!”
Met hun armen om elkaar heen geslagen liepen ze naar huis.
Maak jouw eigen website met JouwWeb