Margreet zette de doos met garens op haar mooie, grote bureau en legde de grote lap ernaast. Ze zocht haar naaidoosje erbij en pakte haar schaartje er alvast uit. Ze keek in de doos en zocht naar de kleur waarmee ze wilde beginnen. Wáár wilde ze eigenlijk beginnen? Eerst dacht ze, dat ze net als Elly een horizon zou moeten aftekenen, maar ze besloot gewoon van onderaf aan te beginnen en wat er maar uit haar handen kwam, te laten groeien. Ze had niet de behoefte om er een plaatje van te maken, als een afdruk van de werkelijkheid. Ze wilde gewoon kleurige draden laten mengen tot een vrolijk geheel, waar iedereen in kon zien wat hij zelf wilde. Iets abstracts…
“Wie had dat gedacht,” mompelde ze in zichzelf, “ik en abstract, ik dacht dat dat tegenpolen waren. Nou ja, die trekken elkaar soms aan, dus ik ga het maar gewoon proberen.”
Ze liet haar aanvankelijke plan om met dun garen te beginnen, varen. Ze koos haar eerste kleur, een dikke paarse draad, knipte een lengte af die haar handig en juist leek, al had ze geen idee wat handig en juist was. Ze probeerde haar gevoel maar te volgen. Als het zou mislukken, kon ze alles nog weggooien. Maar hoeveel twijfelgedachten er ook in haar hoofd spookten, diep van binnen wist ze dat dit was waar ze naar verlangde: gewoon gaan, gewoon doen, gewoon kijken en voelen hoe het wordt en gewoon verder gaan. Gewoon! Ze grinnikte, het voelde goed, ondanks alle twijfel en spanning!
Ze legde de draad op haar linnen lap en probeerde te voelen hoe ze hem wilde plaatsen, welke richtingen hij op moest gaan lopen. Met een paar speldjes zette ze hem vast en begon hem met lila naaigaren vast te naaien aan het doek. Toen ze met deze draad klaar was, stond ze op om het van iets grotere afstand te kunnen bekijken. Het was nog maar één draad, maar het voelde goed, ze wist dat ze de juiste manier van vastzetten gevonden had. Ze besloot nog zo’n dikke paarse draad te nemen, knipte een iets langere af dan de eerste. Ze zag voor zich hoe ze hem ongeveer zou laten lopen, besloot geen spelden meer te gebruiken, ze wist waar hij komen moest. Zo naaide ze door, totdat Huib haar kwam waarschuwen dat Annerieke de koffie bijna klaar zou hebben. Hij keek van een afstandje naar haar borduurwerk en toen van heel dichtbij.
“Wat handig, je hebt met dat dunne garen eigenlijk een soort bandjes over de dikkere draad gelegd, zodat hij vast kwam te zitten. Je ziet dat dunne garen nauwelijks, en ik denk dat als je dezelfde kleur gebruikt zou hebben, je er zelfs helemaal niets van zien. Maar door de contrasterende kleur komt het over als een soort spikkeltjes op de dikke paarse draad. Grappig! Vond je het leuk om te doen?”
“Ja, zeker weten!” straalde Margreet. “En het is zoveel eenvoudiger dan ik dacht. En het is tegelijkertijd een soort oefening om nog beter te leren voelen, kijken en voelen te combineren. Ik voel ongeveer aan hoe lang de draad moet zijn die ik er op wil gaan leggen, ik knip hem af en leg hem op het kleed in de richtingen die me mooi lijken. De eerste draad heb ik met een paar spelden vast gezet voordat ik ging naaien, daarna deed ik het zonder spelden, ik wist gewoon hoe hij ongeveer erop moest komen en begon te naaien. Zo nu en dan moest ik even stoppen om te kijken, te ervaren of het klopte wat ik deed. Bij de ene draad gaat dat iets makkelijker dan bij de andere, maar doordat ik wist dat er geen goed of fout is, kon ik verder gaan als het wat lastiger leek. En ik vind het resultaat nu al leuk.”
“Zeker weten! Het komt helemaal goed, ik denk dat het een boeiend wandkleed wordt!”
“Dat denk ik ook, zo’n kleed waar je dromerig naar kunt gaan zitten kijken en er elke keer weer iets anders in ziet. Ik laat het even zo liggen, dan kan ik er straks zo weer mee verder!”
“Goed idee, Greetje! Zullen we even naar Elly toe gaan? Dan kunnen we meteen zien wat ze vandaag weer voor moois gemaakt heeft.”
Margreet knikte en rende met twee treden tegelijk de trap op, met Huib achter zich aan.
“Ha jongelui, is het al weer koffietijd?” begroette Elly hen.
“Ja, bijna wel, maar we komen eerst even spieken hoe het bij jou gaat!” zei Huib.
“Wat is dit een schatje! Het lijkt wel een ijsvogel…” Margreet wees op een vogel met helder blauwe vleugels, een oranje buik en een flinke, smalle snavel.
“Dat heb je goed gezien, die had ik ook in gedachten. Ik vind ze zo mooi, daarom besloot ik er een foto op mijn mobiel bij te houden, zodat hij levensecht zou zijn. Het wordt dus blijkbaar een verzameling van bestaande en deels gefantaseerde vogels.”
“Super gaaf,” vond Huib. “Het is echt zo mooi! Ik ben blij dat ik op onze website een gedeelte aan jouw werk mag gaan wijden. We hebben trouwens gisteren dat pand bekeken. Het is eenvoudig, niet te diep, en daardoor echt heel erg geschikt voor mijn kunstels. Ha, nieuw woord! Als we dat pand kunnen kopen, wil jij er dan iets van een plantenwereld of zo op de muren schilderen?”
“O ja, heel graag! Een plantenwereld, goed idee, dat zou jouw houtwerk inderdaad goed laten uitkomen. Maar kom, eerst koffie!”
Elly zette haar penseel in de waterpot en liep met hen mee naar beneden.
“Hoe gaat het trouwens met de opzet van de website, Huib?”
“Ik heb de foto’s gemaakt en degene die ik wil gebruiken op de pc gedownload. Ik heb op papier een opzetje gemaakt en ben aan het stoeien gegaan met die website. Het programma lijkt niet moeilijk. Ik heb er alvast wat pagina’s op gemaakt die ik nodig denk te hebben, en een stel foto’s geplaatst. Ze hebben een mogelijkheid om de pagina waaraan je werkt aan of uit te zetten. Toen ik hem aan zette, kon ik zien hoe het er voor bezoekers van de website uit zou zien. Je kunt de instelling terplekke veranderen, zodat je ook het verschil kunt zien tussen de website op een computer en de website op een mobiel. En dat viel me lang niet tegen! Eenvoudig, maar best mooi. Ik ga er straks mee verder, en ik zal jullie vanmiddag laten zien hoe het tot dan toe geworden is. Nu eerst maar naar moeke’s corner voor een bak koffie!”
Maak jouw eigen website met JouwWeb